U hebt een project geopend.
- Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > ODC-syntaxcontrole.
- In de instellingen voor de ODC-syntaxcontrole is de controle geactiveerd. Geef in het dialoogvenster Eigenschappen <...> een toegestaan teken als component van de code op. Klik in het dialoogvenster ODC-syntaxcontrole op [Instellingen].
In dit dialoogvenster definieert u projectspecifiek welke tekens voor de ODC-codeblokken, onderdeelcodes en telnummers zijn toegestaan. Deze instellingen kunnen voor structuurcodes (bijvoorbeeld van pagina's) en voor de ODC's van de elektrotechniek en de Fluid-techniek apart worden aangebracht.
Het dialoogvenster bevat de volgende opties:
Tabblad Structuurcode
Schakel dit selectievakje in als de codeblokken moeten worden gecontroleerd. Nadat u de pagina- of onderdeeleigenschappen hebt ingevoerd, wordt er automatisch gecontroleerd of de syntax van de ingevoerde onderdeelcode correct is. Als dit niet het geval is, verschijnt er een meldingenvenster waarin de ongeldige componenten worden weergegeven en gemarkeerd.
Opmerking:
De codeblokken van ODC's van de elektrotechniek of Fluid-techniek worden niet gecontroleerd als op het tabblad Elektrotechniek of Fluid het selectievakje Controle activeren is uitgeschakeld.
In dit groepsveld definieert u de omvang van de controle van de codeblokken (bijvoorbeeld Groep en Inbouwplaats bij een coderingsstructuur volgens DIN), waarbij de volgende opties kunnen worden gekozen:
- Cijfers: kies deze optie als bij de controle alleen rekening moet worden gehouden met cijfers.
- Alle hoofdletters en cijfers: kies deze optie als bij de controle rekening moet worden gehouden met alle hoofdletters en cijfers.
- Alle hoofdletters, kleine letters en cijfers: kies deze optie als bij de controle rekening moet worden gehouden met alle hoofdletters, kleine letters en cijfers.
- Toegestane speciale tekens: schakel dit selectievakje in als de speciale tekens die in het veld ernaast staan voor de ODC mogen worden gebruikt.
- Speciale teksttekens: schakel dit selectievakje in als aanvullende speciale tekens (zoals umlauten) zijn toegestaan. De betreffende speciale tekens voert u in het invoerveld ernaast in.
- Bij groepsnummers alleen cijfers: schakel dit selectievakje in als bij de controle van groepsnummers alleen cijfers zijn toegestaan.
Tabbladen Elektrotechniek / Fluid
De instellingen die hier zijn aangebracht, gelden alleen voor de onderdeelcodecomponenten van de volledige ODC (bijvoorbeeld Kenletter en Teller), maar niet voor de codeblokken.
Schakel dit selectievakje in als de onderdeelcodes moeten worden gecontroleerd. Nadat u de onderdeelcodes hebt ingevoerd, wordt er automatisch gecontroleerd of de syntax van de ingevoerde onderdeelcode correct is. Als dit niet het geval is, verschijnt er een meldingenvenster waarin de ongeldige componenten worden weergegeven en gemarkeerd.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de ODC's van de elektrotechniek / Fluid-techniek niet gecontroleerd.
Opmerking:
Als op het tabblad Elektrotechniek of Fluid het selectievakje Controle activeren is ingeschakeld, wordt de hele tekenreeks van de onderdeelcode gecontroleerd, d.w.z. de volledige ODC inclusief de codeblokken. Voor de codeblokken worden de instellingen op het tabblad Structuurcode gebruikt, ook als het selectievakje daar is uitgeschakeld.
In dit groepsveld definieert u de omvang van de controle van de onderdeelcodes:
- Alle hoofdletters en cijfers: kies deze optie als bij de controle rekening moet worden gehouden met alle hoofdletters en cijfers.
- Alle hoofdletters, kleine letters en cijfers: kies deze optie als bij de controle rekening moet worden gehouden met alle hoofdletters, kleine letters en cijfers.
- Toegestane speciale tekens: schakel dit selectievakje in als de speciale tekens die in het veld ernaast staan voor de ODC mogen worden gebruikt.
- Speciale teksttekens: schakel dit selectievakje in als aanvullende speciale tekens (zoals umlauten) zijn toegestaan. De betreffende speciale tekens voert u in het invoerveld ernaast in.
- Voorcijfer: geef aan de hand van de vervolgkeuzelijst aan of voorcijfers toegestaan zijn, verboden zijn of verplicht moeten worden aangegeven.
In dit groepsveld definieert u de omvang van de controle van de telnummers. Afgezien van de optie Speciale teksttekens, die voor telnummers niet beschikbaar zijn, komen de mogelijke opties overeen met de opties onder Codeblokken (op het tabblad Structuurcode).
Zie ook