Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Onderdeelcodes controleren

Alle identificerende informatie van een onderdeel (zoals groep, inbouwplaats, kenletter) bevindt zich gewoonlijk in onderdeelcode. Om de gegevens van de ODC te controleren op lengte en geldige tekens, is een codecontrolefunctie beschikbaar.

Voorwaarde:

U hebt een project geopend.

  1. Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > ODC-syntaxcontrole
  2. Schakel in het dialoogvenster Instellingen: ODC-syntaxcontrole op het tabblad Elektrotechniek en / of Fluid het selectievakje Controle activeren in.
  3. Definieer in de groepsvelden Onderdeelcodes en Telnummer de omvang van de controle voor de onderdeelcodecomponenten van de volledige ODC.
  4. Definieer op het tabblad Structuurcode in het groepsveld Codeblokken de omvang van de controle voor de codeblokken binnen de volledige ODC.
  5. Klik op [OK].

Nadat u de onderdeelcodes in het dialoogvenster Eigenschappen <...> hebt ingevoerd, wordt er gecontroleerd of de ingevoerde onderdeelcode correct is. Daarbij wordt altijd de hele tekenreeks van de onderdeelcode (dus de volledige ODC) gecontroleerd. Voor de codeblokken worden de instellingen op het tabblad Structuurcode gebruikt, ook als het selectievakje daar is uitgeschakeld.

Opmerking:

Schakel op het tabblad Structuurcode het selectievakje Controle activeren alleen in, als u naast de elektrische of Fluid-technische ODC's ook andere structuurcodes (bijvoorbeeld van pagina's) wilt controleren.

Als de syntax niet met de gedefinieerde criteria overeenstemt, verschijnt er een meldingenvenster waarin de ongeldige componenten zijn gemarkeerd. Via [Instellingen] kunt u vanuit dit meldingenvenster naar de instellingen voor de ODC-syntaxcontrole schakelen. Daar kunt u de syntaxinstellingen controleren en eventueel corrigeren. Als de "fout" bewust is gemaakt, kunt u het meldingenvenster afsluiten met [Negeren] en uw invoer overnemen zonder de instellingen te wijzigen.

Zie ook