De eigenschapsgroepering definieert de indeling van de geplaatste eigenschapsteksten bij een functie en de bijbehorende weergave-instellingen. U kunt eigen, gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen maken. De gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen worden projectspecifiek opgeslagen en zijn toegekend aan de symboolvariant waarvoor ze zijn gemaakt. Daarom is een dergelijke eigenschapsgroepering alleen beschikbaar voor functies met dezelfde symboolvariant. Voor artikelplaatsingen in de layoutruimte zijn de eigenschapsgroeperingen aan de functiedefinitie toegekend en daarom beschikbaar voor artikelplaatsingen met dezelfde functiedefinitie.
De eigenschapsgroepering kan ook bij de tabelbewerking, bij de externe bewerking en in tijdelijke aanduiding-objecten worden toegewezen.
- Bij de tabelbewerking van functies kunt u de kolom Eigenschapsgroepering weergeven en een eigenschapsgroepering uit de vervolgkeuzelijst selecteren. De lijst bevat alle eigenschapsgroeperingen die voor de betreffende symboolvariant beschikbaar zijn.
- Wanneer u schema's voor de externe bewerking maakt, kunt u de eigenschapsgroepering in het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking als formaatelement selecteren en zo bij het exporteren en importeren rekening houden met de betreffende gegevens.
- In het eigenschappendialoogvenster van tijdelijke aanduiding-objecten kunt u de eigenschap Eigenschapsgroepering (ID 19307) gebruiken en via een variabele de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen als waardensets toewijzen. De betreffende eigenschapsgroeperingen moeten daarvoor in het project voorkomen.
- U kunt bestaande eigenschapsgroeperingen ook via een gebruikergedefinieerde knop op de werkbalk toewijzen. Daartoe kiest u in het dialoogvenster Aanpassen de actie XEsSetPropertyAction en gebruikt u als waarde van de parameter PropertyId de ID 19307 van de eigenschap Eigenschapsgroepering.
Eigenschapsgroeperingen maken
Voorwaarde:
U hebt een project geopend.
- Selecteer een schemasymbool in de grafische editor of een functie in de projectgegevens-navigator. Of selecteer een artikelplaatsing in een layoutruimte.
- Kies de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen.
- Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Weergave.
- Selecteer in de lijst Eigenschapsgroepering de invoer "Gebruikergedefinieerd" en bewerk de eigenschapsgroepering.
- Gebruik de knoppen (Nieuw) en (Verwijderen) om aanvullende eigenschappen te selecteren of om geselecteerde eigenschappen uit de lijst te verwijderen.
- Gebruik de knoppen (Knippen) of (Kopiëren) om de in de lijst geselecteerde eigenschappen met hun ingestelde weergave-eigenschappen te knippen of te kopiëren. Bij een ander schemasymbool worden deze eigenschappen met de knop (Plakken) onder de geselecteerde eigenschap in de lijst van de andere eigenschapsgroepering ingevoegd. Eigenschappen die niet bij een schemasymbool kunnen worden gebruikt, blijven bij het plakken buiten beschouwing. (Door een dergelijke actie wordt de eigenschapsgroepering bij het doel-schemasymbool op "Gebruikergedefinieerd" gezet.)
- In de lijst met eigenschappen selecteert u de eigenschap waarvoor u de weergave-instellingen wilt definiëren. Daarbij wordt de voorinstelling in de individuele velden overgenomen uit de "Standaardinstelling".
- Bewerk de weergave-eigenschappen in de tabel Eigenschap / Toewijzing.
- Klik op (Opslaan).
- Voer in het dialoogvenster Eigenschapsgroepering opslaan de naam voor de eigenschapsgroepering in, of selecteer een naam in de vervolgkeuzelijst.
- Schakel het selectievakje Als standaard gebruiken in, wanneer u de eigenschapsgroepering als standaard voor alle andere toepassingen van deze symboolvariant (bij functies) / functiedefinitie (bij artikelplaatsingen) wilt definiëren.
- Bevestig uw invoer.
De eigenschapsgroepering wordt opgeslagen en is aan de symboolvariant toegekend. Bij artikelplaatsingen is de eigenschapsgroepering aan de functiedefinitie toegekend.
Wanneer u de eigenschapsgroepering als standaard hebt gedefinieerd, wordt deze voor de betreffende symboolvarianten standaard gebruikt wanneer u bijvoorbeeld symbolen invoegt. Bij artikelplaatsingen wordt de eigenschapsgroepering standaard voor de betreffende functiedefinitie gebruikt.
Tip:
Met de knoppen (Exporteren) en (Importeren) kunt u de opgeslagen gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen van een symboolvariant exporteren en in een ander project importeren.
Opmerkingen:
- Als u een gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering overschrijft, worden de gewijzigde weergave-instellingen automatisch overgedragen aan alle functies die deze eigenschapsgroepering gebruiken. Dit gedrag geldt ook bij het importeren van eigenschapsgroeperingen. Wanneer u bij het importeren een of meerdere eigenschapsgroeperingen overschrijft, worden de gewijzigde weergave-instellingen eveneens overgedragen aan alle functies die deze eigenschapsgroeperingen gebruiken.
- Bij het kopiëren en invoegen van pagina's of functies in een ander project of bij het invoegen van macro's worden de gebruikergedefinieerde eigenschapsgroeperingen vergeleken. De naam van de eigenschapsgroepering bij de functie blijft behouden wanneer de eigenschapsgroeperingen identiek zijn of wanneer de eigenschapsgroepering nog niet in het project voorkomt. Indien er al een gelijknamige eigenschapsgroepering in het project voorkomt die niet identiek is aan de eigenschapsgroepering bij de functie, bepaalt de projectinstelling Eigenschapsgroeperingen uit het project overnemen welke eigenschapsgroepering wordt gebruikt.
- In de layoutruimte geldt het hierboven voor functies beschreven gedrag ook voor de artikelplaatsingen.
- Met de knop (Bewerken) wordt de eigenschapselectie geopend. Hierdoor is het mogelijk om een eigenschap in de eigenschapsgroepering door een andere eigenschap te vervangen (bijvoorbeeld de eigenschap ODC (weergegeven) door de eigenschap ODC (volledig)).
Eigenschapsgroeperingen terugzetten
Voorwaarden:
- U hebt een pagina in de grafische editor geopend.
- U hebt minimaal één gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering gemaakt.
- Selecteer een of meerdere functies die een gebruikergedefinieerde eigenschapsgroepering gebruiken, in de grafische editor of in een projectgegevens-navigator. Of selecteer een artikelplaatsing in een layoutruimte.
- Kies de menuopdrachten Bewerken > Tekst > Eigenschapsgroepering terugzetten.
Voor de geselecteerde functies / artikelplaatsingen wordt de eigenschapsgroepering op de standaardinstelling teruggezet. Dit is de instelling "Standaardinstelling" of de eigenschapsgroepering die u als standaard hebt gedefinieerd.
Tip:
U kunt de standaardinstellingen ook direct in het eigenschappendialoogvenster terugzetten. Selecteer op het tabblad Weergave in de vervolgkeuzelijst Eigenschapsgroepering de invoer "Standaardinstelling"; al uw instellingen worden dan weer door de standaardwaarden vervangen.
Zie ook