U hebt het dialoogvenster Eigenschappen <...> geopend. Het eerste tabblad staat op de voorgrond.
In dit veld definieert u de weergegeven ODC van een schemasymbool.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Snelmenu / Knoppen:
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Nieuwe ODC bepalen |
Genereert een nieuwe ODC met de eerstvolgende vrije teller. |
Kenletters-subklassen |
Opent het dialoogvenster Kenletters-subklassen selecteren. Daar kunt u een kenletter-subklasse selecteren. (De kenletters-subklassen worden in de projectinstellingen onder de menuopdrachten "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online) opgeslagen.) Als u een kenletters-subklasse hebt geselecteerd, wordt een nieuwe ODC gegenereerd en een eventueel bestaande kenletter verwijderd. |
Knop |
Betekenis |
[...] |
Opent het dialoogvenster ODC-selectie. Daar worden alle ODC's weergegeven die in het project voorkomen en die bij de betreffende functie passen. U kunt een bestaande functie afboeken, een ODC overnemen of via [Volgende] een nieuwe ODC genereren. |
(Verwijderen) |
Verwijdert de invoer in het veld Weergegeven ODC. |
Opmerking:
Als u de bewerkingsmodus Eigenschappen (algemeen) hebt ingeschakeld, kunt u de weergegeven ODC bij de afzonderlijke functies van een onderdeel niet bewerken. Het veld wordt in dat geval grijs weergegeven. U kunt echter op het tabblad <Functiecategorie> (OD) het veld Volledige ODC voor het gehele onderdeel wijzigen. De weergegeven ODC wordt daaruit automatisch bepaald.
Tip:
Via de menuopdrachten Opties > Eigenschappen (algemeen) schakelt u de bewerkingsmodus om. Als u op een functie dubbelklikt, wordt het eigenschappendialoogvenster geopend in de bewerkingsmodus die daarin is ingesteld.
Zie ook