Op dit tabblad definieert u de eigenschappen van een potentiaaldefinitiepunt.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Potentiaalnaam:
Signaalnaam:

Geef hier de naam voor de potentiaal / het signaal op. Met [...] opent u het dialoogvenster Potentiaal / signaal selecteren. Hier worden de potentiaalnamen die reeds in het project voorkomen en de bijbehorende signaalnamen ter selectie aangeboden.

Als het veld Potentiaalnaam leeg is, is het signaal dat in het veld Signaalnaam is ingevoerd zelf een potentiaal. Als beide velden gevuld zijn, betreft het een signaal. Als in het veld Potentiaalnaam een potentiaal is ingevoerd die niet bestaat of die een signaal is, wordt er een foutmelding weergegeven en worden de projectinstellingen gebruikt.

Dwarsdoorsnede / diameter:
Dwarsdoorsnede / diameter eenheid:

De verbindingsdoorsnede of -diameter wordt overgenomen uit het artikelbeheer en kan als filtercriterium bij de apparaatselectie worden gebruikt. Klik op [...] om het dialoogvenster Dwarsdoorsnede / diameter te openen en een dwarsdoorsnede / diameter inclusief de bijbehorende eenheid in een lijst te selecteren.

Als u in het veld Dwarsdoorsnede / diameter een voorgedefinieerde dwarsdoorsnede / diameter hebt geselecteerd, wordt de bijbehorende eenheid automatisch in het veld Dwarsdoorsnede / diameter eenheid overgenomen. In de vervolgkeuzelijst kan een andere eenheid worden geselecteerd. Een overzicht van de mogelijke eenheden vindt u in de paragraaf "Verbindingen: Eenheden voor lengtes en dwarsdoorsneden".

Kleur / nummer:

Geef hier de kleur of het nummer van de verbinding op; deze eigenschap identificeert de verbinding. Klik op [...] om het dialoogvenster Verbindingskleuren te openen en in de lijst een kleur te selecteren.

---

Groepsveld Eigenschappen

Zie ook

Definitie van potentialen en signalen

Potentiaaldefinitiepunten of -aansluitingen tekenen