Opties > Instellingen > Gebruiker > Beheer > Proxyserver
In dit dialoogvenster definieert u of er een proxyserver wordt gebruikt en geeft u aan hoe deze wordt aangesproken. De instellingen die in dit dialoogvenster zijn gedefinieerd, worden gebruikt voor alle programmaonderdelen die een verbinding met internet tot stand brengen. Daarnaast kunt u de verbinding van de programmaonderdelen met het internet controleren.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Tabblad Verbinding
- Zonder proxyserver: kies deze optie als u geen gebruik maakt van een proxyserver.
- Met proxyserver: kies deze optie als u gebruik maakt van een proxyserver. In dat geval worden de onderstaande invoervelden vrijgeschakeld. Voor de juiste instellingen neemt u contact op met uw beheerder.
Definieer via de opties Adres en Configuratiescript (adres) hoe het contact met de proxyserver tot stand wordt gebracht. Bij de optie Adres dient u het daadwerkelijke adres, de poort en de proxy-aanmeldgegevens op te geven; bij de optie Configuratiescript (adres) dient u in het veld daarnaast het adres van het script en optioneel de proxy-aanmeldgegevens op te geven.
In de tabel worden de programmaonderdelen weergegeven die een verbinding met internet tot stand brengen, alsmede de bijbehorende URL.
Klik op deze knop om de verbinding van de programmaonderdelen met het internet te controleren. Wanneer u een proxyserver gebruikt, wordt de verbinding via de proxyserver gecontroleerd. Als de verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt dit in de tabel in de kolommen Status en Statusmelding weergegeven.