U hebt een project geopend. Hulpprogramma's > Stamgegevens > Formulier > Openen > [Openen].
- Invoegen > Tijdelijke aanduiding-tekst. Klik in het veld Eigenschap op het tabblad Plaatsing op [...].
- U hebt op een tijdelijke aanduiding-tekst gedubbelklikt (of de snelmenuopdracht Eigenschappen gekozen; in dit geval kunnen ook meerdere tijdelijke aanduiding-teksten zijn geselecteerd) en in het dialoogvenster Eigenschappen (tekst tijdelijke aanduiding) op het tabblad Plaatsing in het veld Eigenschap op [...] geklikt.
In dit dialoogvenster selecteert u de formuliertypespecifieke tijdelijke aanduiding-tekst die in het formulier moet worden ingevoegd. Tijdens de verwerking van het formulier vervangt het programma deze tijdelijke aanduiding-teksten dan automatisch door de betreffende waarde van de betreffende projectobjecten, via welke de verwerking wordt uitgevoerd, bijv. onderdelen, pagina's, symbolen etc.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Afhankelijk van het actuele formuliertype worden hier alle elementen weergegeven waarvoor een tijdelijke aanduiding-tekst kan worden gedefinieerd. Selecteer een invoer om in het rechter bereik de bijbehorende lijst met eigenschappen te laten weergeven.
Selecteert u bijvoorbeeld het element Pagina-eigenschappen (formuliertype "Inhoudsopgave"), dan worden in de rechter lijst de subeigenschappen Groep, Paginanummer, Extra veld pagina etc. weergegeven.
Opmerking:
Voor sommige elementen, bijvoorbeeld Artikel (bron) is een index mogelijk; in dat geval wordt er naast het element een plus-teken aangegeven. Als u op dit plus-teken klikt, wordt in de boomstructuur de lijst met mogelijke geïndexeerde eigenschappen uitgevouwen en kunt u de gewenste eigenschap selecteren. Houd er rekening mee dat deze index niet overeen hoeft te komen met de index op het tabblad Artikel van het eigenschappendialoogvenster. Als daar bijvoorbeeld in rij 1 en rij 20 een artikel is ingevoerd, krijgt u in de verwerking de gegevens van het tweede artikel via de index 2 (en niet via de index 20).
Beperk het weergeven van de subeigenschappen door uit deze vervolgkeuzelijst een invoer te selecteren.
Als u bijvoorbeeld het element Pagina-eigenschappen (formuliertype "Inhoudsopgave") selecteert en de categorie "Revisie" kiest, worden in de rechter lijst alleen de bewerkingsspecifieke subeigenschappen Engineer, Aanmaakdatum, Laatste bewerker etc. weergegeven.
Geef in dit veld de tekst op waarop de eigenschappen moeten worden gefilterd.
Wanneer u weer naar het oorspronkelijke beeld van de eigenschappen wilt terugkeren, verwijdert u de tekst in het invoerveld. Klik daartoe bijvoorbeeld op (Verwijderen).
Zie ook
Tijdelijke aanduiding-teksten invoegen en bewerken