Functiediagrammen kunnen op een bestaande pagina of op een nieuwe pagina worden gemaakt. Hier wordt het maken van een functiediagram op een nieuwe pagina beschreven. De werkwijze bij het maken van functiediagrammen op bestaande pagina's is hetzelfde.
Voorwaarden:
- U hebt een project geopend.
- U hebt de symboolbibliotheek OS_SYM_ESS.slk aan het project toegevoegd. (De instelling hiervoor definieert u via de menuopdrachten Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Beheer > Symboolbibliotheken.)
- In de projectinstellingen hebt u het speciale symbool gedefinieerd dat voor de plaatsing van de eigenschapsteksten in de Sequential Function Charts wordt gebruikt (bijvoorbeeld OS1 voor een tekstgericht functiediagram of OS2 voor een symboolgericht functiediagram).
- U hebt functies of apparaten in het project ingevoegd en hierbij de vereiste waarden voor de eigenschappen Functietekst, Toestand [1] tot Toestand [10] etc. ingevoerd.
Opmerkingen:
- Wanneer u een symboolgericht functiediagram maakt, moet de projectinstelling Functioneel plaatsen met grafisch symbool zijn ingeschakeld. Voor een tekstgericht functiediagram moet deze instelling zijn uitgeschakeld.
- De eigenschap Toestand [10] is standaard bestemd voor de invoer van variabelen voor de GRAFCET-diagrammen.
Projectpagina voor Sequential Function Chart maken
- Maak via de menuopdrachten Pagina > Nieuw een nieuwe projectpagina.
- Selecteer in het dialoogvenster Nieuwe pagina in het veld Paginatype de invoer "Overzicht (I)", en voer in het veld Paginabeschrijving een beschrijvende tekst voor de projectpagina in.
- Selecteer in de tabel in het veld Formuliernaam het formulier dat moet worden gebruikt, bijvoorbeeld F28_001.f28 voor een tekstgericht functiediagram of F28_002.f28 voor een symboolgericht functiediagram.
- Voer in de tabel in het veld Raster de waarde "3 mm" in.
- Klik op [OK].
Er wordt een projectpagina gemaakt met het geselecteerde formulier voor een Sequential Function Chart.
Als de rasterinstellingen en het gebruikte formulier bij elkaar passen, liggen de rasterpunten in het midden van de in het formulier gedefinieerde tabelcellen. Dit vereenvoudigt de correcte plaatsing van de onderdelen en de procesvolgorde.
Onderdelen in Sequential Function Chart plaatsen
- Open de projectpagina voor de Sequential Function Chart, bijvoorbeeld door in de pagina-navigator op de projectpagina te dubbelklikken.
- Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Onderdelen > Navigator.
- Selecteer een functie in de onderdelen-navigator en kies de snelmenuopdracht Plaatsen functioneel en in het vervolgmenu de menuopdracht Met grafisch symbool.
Het in de projectinstellingen gedefinieerde speciale symbool 'hangt' aan de cursor. Bij het maken van een tekstgericht functiediagram worden alleen de eigenschapsteksten van de functie weergegeven, bij het maken van een symboolgericht functieschema wordt bovendien het symbool van de functie weergegeven. - Of kies de menuopdracht Met grafische macro, wanneer u bij het maken van symboolgerichte functiediagrammen de grafische weergave van een artikelmacro in de functiediagram wilt plaatsen. Als voor het geselecteerde onderdeel geen artikelmacro is opgeslagen, kunt u - na een controlevraag - de macroselectie openen en een macro selecteren.
- Plaats de grafische weergave op de projectpagina. Daarbij moet het invoegpunt van dit symbool zich in de linkerbovenhoek van een tabelcel in het diagram bevinden.
De eigenschapsteksten worden in het diagram geplaatst. Bij symboolgerichte functiediagrammen wordt bovendien het grafische symbool van de functie geplaatst. - Of plaats de macro in het functiediagram.
De gegroepeerde grafische weergave van de macro en de eigenschapsteksten van de hoofdfunctie worden bij de geselecteerde positie op de pagina geplaatst. - Herhaal bovengenoemde stappen voor de volgende onderdelen die in de Sequential Function Chart moeten worden geplaatst.
Tip:
Bij het plaatsen kunt u met de toets [Tab] door de varianten van het symbool / de macro "bladeren". Met de sneltoetsen [Shift] + [Tab] "bladert" u bij het plaatsen van macro's door de weergavetypen.
Procesvolgorde tekenen
De procesvolgorde tekent u met behulp van grafische elementen (bijvoorbeeld polylijnen) in. Om enkele typische elementen van de functiediagrammen sneller te kunnen invoegen, wordt u hierbij door EPLAN ondersteund. Pijlen, signaalpunten, EN- en OF-voorwaarden kunnen met behulp van de daarvoor bestemde menuopdrachten via het menupad Invoegen > Sequential Function Chart in het desbetreffende functiediagram worden ingetekend.
- Als u een polylijn wilt tekenen, kiest u de menuopdrachten Invoegen > Grafisch > Polylijn. (Via de volgende submenuopdrachten in het menu Grafisch kunt u ook rechthoeken, cirkels etc. tekenen.)
- Definieer achtereenvolgens de punten van de polylijn en klik steeds met de linkermuisknop om deze punten te plaatsen.
- Sluit de actie af met [Spatiebalk] of de snelmenuopdracht Polylijn afsluiten.
- Als u een pijl wilt invoegen, kiest u de menuopdrachten Invoegen > Sequential Function Chart > Pijl. (Via de submenuopdrachten Signaalpunt, EN-voorwaarde en OF-voorwaarde kunt u volgende elementen voor Sequential Function Charts invoegen.)
De pijl 'hangt' aan de cursor. - Selecteer de gewenste variant van de pijl door een aantal keren op de toets [Tab] te drukken.
- Plaats de pijl in het functiediagram.
Tip:
Speciale elementen voor Sequential Function Charts (zoals een schuine streep, verschillende signaleringselementen etc.) kunt u als venstermacro's vanuit de macrodirectory OS_ESS invoegen.
Zie ook