Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Macro's maken

In EPLAN hebt u de mogelijkheid bepaalde geselecteerde elementen of bereiken op projectpagina's als venster- of symboolmacro op te slaan. Bovendien kunt u een of meerdere pagina's, die u of in de pagina-navigator hebt geselecteerd of in de grafische editor hebt geopend, als paginamacro opslaan. Bij al deze acties worden opgeslagen afbeeldingsbestanden in de betreffende macro mee opgeslagen.

Venstermacro's en symboolmacro's maken

Voorwaarde:

U hebt een project geopend en bevindt zich in de grafische bewerking en hebt het bereik op de pagina die de gewenste elementen bevat geselecteerd of afzonderlijke elementen geselecteerd ([Ctrl] + muisklik).

  1. Kies de menuopdrachten Bewerken > Venster- / symboolmacro maken. (Als de elementen op de pagina zijn geselecteerd, is de menuopdracht Venster- / symboolmacro maken ook als optie van het snelmenu beschikbaar.)

    EPLAN opent het dialoogvenster Opslaan als. In het veld Directory wordt de standaard ingestelde doeldirectory weergegeven.
  2. Geef in het veld Bestandsnaam de naam van de macro op. Via [...] kunt u een andere naam en / of een andere doeldirectory selecteren.
  3. Selecteer zo nodig in het veld Variant een andere variantcode voor de macro. Dat kan handig zijn als u voor een macro verschillende varianten wilt maken. Standaard wordt een macro als "Variant A" opgeslagen. Onder dezelfde bestandsnaam kunt u bij elk weergavetype van een macro maximaal 26 varianten maken.
  4. Voer in het veld Beschrijving desgewenst een toepasselijke beschrijving voor de macro in. De hier ingevoerde tekst wordt bij het invoegen van macro's in een opmerkingenveld weergegeven en maakt het selecteren zodoende gemakkelijker.
  5. Moet bij het invoegen rekening worden gehouden met de paginaschaal, dan moet u daartoe het betreffende selectievakje Paginaschaal gebruiken inschakelen.
  6. Kies onder de knop [Extra] de menuopdracht Handle definiëren, indien u het punt in de macro waaraan de cursor bij het invoegen aangrijpt zelf wilt definiëren.

    Vervolgens wordt het dialoogvenster Opslaan als gesloten.
  7. Verplaats de cursor naar de gewenste positie en definieer met een muisklik de nieuwe positie van de handle (het aangrijppunt).

    Aansluitend wordt het dialoogvenster Opslaan als opnieuw geopend.
  8. Klik op [OK].

    De macro wordt in de ingestelde directory onder de naam <Naam>.ema (venstermacro's) of <Naam>.ems (symboolmacro's) opgeslagen. EPLAN controleert of onder de opgegeven naam reeds een overeenkomstige variant bestaat. Is dit het geval, dan wordt u gevraagd te beslissen of de oude macrovariant al of niet moet worden overschreven.

Opmerkingen:

Paginamacro's maken

Bevindt de cursor zich op een projectpagina in de grafische editor, dan kunt u alleen gerelateerde pagina's in een paginamacro opslaan. Daarentegen kunt u in de pagina-navigator ook niet-gerelateerde pagina's in een paginamacro opslaan.

Voorwaarde:

U hebt de pagina-navigator geopend.

  1. Selecteer het gewenste pagina's in de pagina-navigator.
  2. Kies de menuopdrachten Pagina > Paginamacro > Maken. (Paginamacro's kunnen echter ook via de snelmenuopdracht Paginamacro maken worden gemaakt.)

    EPLAN opent het dialoogvenster Opslaan als. In het veld Directory wordt de standaard ingestelde doeldirectory weergegeven.
  3. Geef in het veld Bestandsnaam de naam van de macro op. Via [...] kunt u een andere naam en / of een andere doeldirectory selecteren.
  4. Voer in het veld Beschrijving desgewenst een toepasselijke beschrijving voor de macro in. De hier ingevoerde tekst wordt bij het invoegen van macro's in een opmerkingenveld weergegeven en maakt het selecteren zodoende gemakkelijker.
  5. Geef in het veld Aantal pagina's eventueel aan hoeveel pagina's in de macro moeten worden opgeslagen. De standaard instelling in dit veld kan alleen worden gewijzigd, indien u niet meer dan één pagina in de pagina-navigator hebt geselecteerd.
  6. Klik op [OK].

    De macro wordt in de ingestelde directory onder de naam <Naam>.emp opgeslagen, waarbij EPLAN controleert of een macro met de opgegeven naam al bestaat. Is dit het geval, dan wordt u gevraagd te beslissen of de oude macro al of niet door de nieuwe moet worden overschreven.

Tip:

U kunt paginamacro's met slepen & neerzetten maken door de gewenste pagina's in de pagina-navigator te selecteren, [Shift] ingedrukt te houden en de pagina's naar de Windows Verkenner te slepen.

Zie ook