- U hebt een project geopend. Hulpprogramma's > Eigenschappen extern bewerken > Gegevens exporteren. Klik in het dialoogvenster Extern bewerken naast het veld Instellingen op [...]. Kies het tabblad Algemeen.
- Opties > Instellingen > Gebruiker > Interfaces > Externe bewerking. Kies het tabblad Algemeen.
Op dit tabblad definieert u de algemene instellingen voor de externe bewerking.
Het dialoogvenster bevat de volgende opties:
Selecteer in deze vervolgkeuzelijst het gewenste bestandstype dat bij de export moet worden gegenereerd. Afhankelijk van uw selectie kunt u het dialoogvenster voor de betreffende instellingen via [Opties] openen.
Definieer in dit veld het station, de directory en de naam van het te genereren doelbestand, of klik op [...] om het station en de directory interactief te selecteren.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare EPLAN-specifieke padvariabelen kunt overnemen.
Als u in de vervolgkeuzelijst Bestandstype de invoer "Excel-bestand (*.xls, *.xlsx, *.xlsm, *.xlsb)" hebt geselecteerd, kunt u in dit veld het bestandspad en de naam van een sjabloonbestand opgeven of deze via [...] selecteren. Deze sjabloon bepaalt dan het formaat van de gegevens bij de export.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare EPLAN-specifieke padvariabelen kunt overnemen.
Zie ook
Excel-sjablonen voor externe bewerking