Oorzaak
In het schema zijn een of meerdere verbindingen in een net verwijderd. Er ontstaat dan een gat in de verbindingsketting. Een gat in de verbinding wordt in het eigenschappendialoogvenster van een netdefinitiepunt (tabblad Netverbindingen, tabel Verbindingen) door een klein waarschuwingsdriehoekje in de kolom Aansluitingen weergegeven. In dat geval wordt ook de melding P005046: Onvolledig net weergegeven.
Een net N1 in het schema verbindt 5 zekeringen (-F1 tot -F5) met de potentiaal L1. De aansluitingen vormen de volgende verbindingsketting:
Aansluiting |
Bron |
Doel |
---|---|---|
L1 |
L1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F4:1 |
-F5:1 |
-F5:1 |
|
|
In het schema wordt de zekering -F4 en het bijbehorende T-stuk verwijderd.
Nadat -F4 en het T-stuk zijn verwijderd, ontstaat er gat in de verbindingsketting:
Aansluiting |
Bron |
Doel |
---|---|---|
L1 |
L1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F1:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F2:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
-F3:1 |
|
|
|
-F5:1 |
-F5:1 |
|
|
Oplossing
Voltooi het net door de verwijderde verbinding weer in het net te integreren en het gat in de verbindingsketting te sluiten.
Ga voor het bovengenoemde voorbeeld als volgt te werk:
- Bepaal de locatie van het betreffende netdefinitiepunt in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
- Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het netdefinitiepunt.
- Klik op het tabblad Netverbindingen.
- Bepaal in de tabel Verbindingen de ontbrekende aansluiting die door een waarschuwingsdriehoek worden aangegeven - in het voorbeeld ontbreekt de zekering -F4:1.
- Sluit het eigenschappendialoogvenster en voeg opnieuw een zekering met de ODC -F4 in.
- Verbind de aansluiting van de zekering -F4:1 via een T-stuk met het net.
- Open opnieuw het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het netdefinitiepunt N1 en klik op het tabblad Netverbindingen.
- Klik op (Verbindingsketting maken).
- Selecteer in de tabel Aansluitingen de aansluiting -F4:1 met het doelaantal "0".
De aansluiting -F4:1 wordt naar de tabel Verbindingen gekopieerd en onder de horizontale lijn van de verbindingsketting ingevoerd. Daarbij wordt een nieuwe verbindingsketting gegenereerd. - Klik op (Verbindingsketting afsluiten) om de verbindingsketting af te sluiten.
Er wordt een horizontale lijn onder de aansluiting -F4:1 in de tabel Verbindingen gegenereerd. - Selecteer de aansluiting -F4:1 in de nieuwe verbindingsketting en verplaats deze met de knop (Naar boven verplaatsen) naar de eerste verbindingsketting.
De tweede verbindingsketting wordt verwijderd. - Plaats de aansluiting -F5:1 direct onder de waarschuwingsdriehoek.
- Selecteer de invoer met de waarschuwingsdriehoek en verwijder deze met (Verwijderen).
- Sluit het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het netdefinitiepunt met [OK] en start een nieuwe controleprocedure.