Controleproceduremeldingen worden in het dialoogvenster van het meldingenbeheer met een meldingsnummer uitgevoerd en met een bepaald pictogram aangegeven.
Meldingsnummers, -klassen
Elke controleproceduremelding wordt door een uniek nummer geïdentificeerd. Bovendien bevat het meldingsnummer informatie over de klasse, ofwel het bereik, waaronder de melding valt. Het meldingsnummer bestaat uit een tekenreeks van zes posities: de eerste drie cijfers staan voor de klasse, bijvoorbeeld klemmen, stekers. PLC's etc. De laatste drie cijfers geven de melding binnen de klasse een unieke identificatie.
In het meldingsnummer "002004" houden de cijfers "002" in dat de melding bij de klasse "Stekers" hoort. De cijfers "004" zijn specifiek voor de fout; in dit geval is een steker zonder stekercontacten gevonden.
Meldingscategorieën
De controleproceduremeldingen worden ingedeeld in drie categorieën, overeenkomstig de ernst van de achterliggende problematiek: aan elke categorie is een bepaald pictogram toegekend. Pictogrammen en meldingscategorieën horen als volgt bij elkaar:
Fout
Waarschuwing
Opmerking
U kunt de categorie voor controleproceduremeldingen zelf definiëren. De instellingen worden projectspecifiek opgeslagen in een schema. Zodoende blijft de categorisering van de meldingen ongewijzigd als het project wordt overgedragen.
Weergavetaal
De meldingen kunnen in verschillende talen worden weergegeven. Dit hangt af van de dialoogtaal die is ingesteld. De meldingen hoeven zodoende niet naderhand te worden vertaald of opnieuw te worden gegenereerd.
Als de dialoogtaal bijvoorbeeld van Nederlands in Engels wordt gewijzigd en het daarvoor verwerkte project wordt geopend, worden de aanwezige meldingen ook in het Engels weergegeven.
Zie ook
Controleproceduremeldingen weergeven en bewerken
Controleproceduremeldingen: Overzicht van de meldingsklassen