U hebt een project geopend. U hebt onder Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online) de optie Met vraag gekozen.
- U hebt schema-elementen via Bewerken > Kopiëren of Bewerken > Knippen op het klembord ingevoegd. Bewerken > Plakken.
- U hebt een pagina in de grafische editor geopend en een element geselecteerd. Bewerken > Dupliceren. Plaats de eerste kopie van het te dupliceren element. Geef in het dialoogvenster Dupliceren het aantal kopieën op en klik op [OK].
- U hebt een pagina in de grafische editor geopend. Invoegen > Symboolmacro.
In dit dialoogvenster geeft u aan op welke wijze de onderdelen bij het invoegen moeten worden genummerd. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u gekopieerde of geknipte schema-elementen of macro's in een schemapagina invoegt. Welke onderdeeltypen (bijvoorbeeld stekers, kabels of algemene onderdelen ) worden genummerd, is afhankelijk van het nummeringsformaat dat u in het veld Nummeringsformaat hebt gedefinieerd.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Als deze optie is gekozen, wordt de weergegeven ODC niet gewijzigd. De teller wordt niet doorgeteld. Als de oorspronkelijke weergegeven ODC geen structuurcodes bevat, worden de structuurcodes van de pagina door de volledige ODC overgenomen.
Weergegeven ODC van de onderdelen-bron |
Nieuwe weergegeven ODC van het gekopieerde onderdeel |
---|---|
-F1 |
-F1 |
-F2 |
-F2 |
-F3 |
-F3 |
In de volgende gevallen worden schemasymbolen met dezelfde naam in het meldingenbeheer weergegeven:
- De schemasymbolen zijn hoofdfuncties en hebben dezelfde ODC.
- De schemasymbolen zijn functies die dezelfde ODC en dezelfde aansluitcode hebben.
Als deze optie is gekozen, worden de ingevoegde onderdelen opnieuw genummerd. Hierbij wordt rekening gehouden met het ingestelde nummeringsformaat.
De startwaarde voor de teller van de ODC is de eerste vrije teller van de betreffende kenletter.
Weergegeven ODC van de onderdelen-bron |
Nieuwe weergegeven ODC van het gekopieerde onderdeel |
---|---|
-F1 |
-F23 |
-F2 |
-F24 |
-F3 |
-F25 |
Als deze optie is gekozen, worden de ingevoegde onderdelen opnieuw genummerd en van een markering (vraagteken) voorzien. Hierbij wordt rekening gehouden met het ingestelde nummeringsformaat.
Weergegeven ODC van de onderdelen-bron |
Nieuwe weergegeven ODC van het gekopieerde onderdeel |
---|---|
-F1 |
-?F23 |
-F2 |
-?F24 |
-F3 |
-?F25 |
Toont het online-nummeringsformaat dat u in de algemene instellingen via Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online) in het groepsveld Bij het invoegen van macro's en kopieën in het veld Nummeringsformaat hebt geselecteerd. In de vervolgkeuzelijst kunt u een ander online-nummeringsformaat selecteren of via [...] een nieuw online-nummeringsformaat maken. Deze instelling wordt in de algemene instellingen overgenomen. In het nummeringsformaat definieert u welke formaatelementen en welke onderdeeltypen bij de nummering moeten worden gebruikt.
Voorcijfers met voorrang nummeren:
Dit selectievakje is beschikbaar als de optie Nummeren is ingeschakeld.
Met deze instelling is het mogelijk om de voorcijfers in de ODC van ingevoegde onderdeelkopieën of van ingevoegde onderdelen in macro's te nummeren. Deze functionaliteit werkt alleen voor onderdelengroepen waarvoor onder Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online) in het nummeringsformaat in het dialoogvenster ODC-formaat de instelling Voorcijfers behouden is ingeschakeld.
De instelling Voorcijfers behouden is ingeschakeld. U hebt de onderdelenbron M1 gekopieerd en u voegt de kopie 5 keer in de projectpagina in.
|
"Voorcijfers met voorrang nummeren" ingeschakeld |
"Voorcijfers met voorrang nummeren" uitgeschakeld |
---|---|---|
Onderdelen-bron |
M1 |
M1 |
Nieuwe gekopieerde onderdelen |
1M1, 2M1, 3M1, 4M1 |
M1, M2, M3, M4 |
De instelling Voorcijfers behouden is ingeschakeld. U hebt het onderdeel 3M1 gekopieerd en u voegt de kopie 5 keer in de projectpagina in.
|
"Voorcijfers met voorrang nummeren" ingeschakeld |
"Voorcijfers met voorrang nummeren" uitgeschakeld |
---|---|---|
Onderdelen-bron |
3M1 |
3M1 |
Nieuwe gekopieerde onderdelen |
4M1, 5M1, 6M1, 7M1 |
3M2, 3M3, 3M4, 3M5 |
Schakelingnummers met voorrang nummeren:
Wanneer in de projectinstellingen het selectievakje Fluid: Bereik-kenmerk als kenletter (media key) gebruiken is ingeschakeld, wordt voor Fluid-functies in plaats van het veld Voorcijfers met voorrang nummeren het veld Schakelingnummers met voorrang nummeren weergegeven. Met deze instelling is het mogelijk om de schakelingnummers (deze komen overeen met de teller) in de ODC van ingevoegde onderdeelkopieën of van ingevoegde onderdelen in macro's te nummeren.
Deze invoegmodus altijd gebruiken:
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de gekozen invoegmodus voor alle volgende invoegacties gebruikt. Het dialoogvenster Invoegmodus wordt niet meer weergegeven. U kunt het dialoogvenster Invoegmodus weer activeren door via Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online) de optie Met vraag te kiezen.
Zie ook
Online-nummeringsformaat definiëren