Hulpprogramma's > Artikel > Beheer. U hebt in de boom of in de lijst een module-artikel geselecteerd.
Op dit tabblad kent u aan de geselecteerde module de posities toe, d.w.z. die artikelen die de module moet bevatten (zogenaamde Moduleposities).
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Voer hier de onderliggende onderdeelcode van een onderdeel dat bij deze module hoort in.
Voer hier de module-ID voor de functiesjabloon van een onderdeel dat bij deze module hoort in. Er zijn waarden mogelijk van 1 tot 4.
Om ervoor te zorgen dat modulen ook bij de apparaatselectie worden meegenomen, moet u de module-ID zowel bij de hoofdfunctie als bij de nevenfunctie definiƫren.
Opmerkingen:
- Het onderdeel moet deel uitmaken van de macro die aan de module is toegekend. Het artikel dat in de cel is ingevoerd, wordt bij het invoegen van de module aan dit onderdeel toegewezen.
- Voor de identificatie van een onderdeel in de toegewezen macro, wordt de onderliggende ODC van het onderdeel of de bij het onderdeel ingevoerde module-ID gebruikt. Per rij (d.w.z. voor een modulepositie) kan een waarde in de kolom ODC of in de kolom Module-ID worden ingevoerd. Bij het opslaan vindt er een controle plaats. Als beide velden leeg zijn, wordt er een melding uitgevoerd.
In deze kolom kunnen alleen waarden worden opgegeven voor artikelen met lengte-informatie (bijvoorbeeld kabels, verbindingen, leidingen / slangpakketten, slangen), maar niet voor artikelen uit de producthoofdgroep "Mechanica".
Voor een dergelijk artikel, bijvoorbeeld een kabel, kunt u hier een deel van de lengte invoeren die u bij het artikel zelf hebt opgeslagen. Wanneer de module als apparaat in het schema wordt ingevoegd, wordt de hier opgegeven lengte voor het afzonderlijke artikel in de artikelreferentie-eigenschap Gedeelte / Lengte aan de betreffende functie overgedragen en kan deze in verwerkingen worden uitgevoerd.
Opmerking:
Wanneer de lengtes van de afzonderlijke artikelen van de in het schema gebruikte modulen in de artikelverwerkingen (bijvoorbeeld de artikellijst) moeten worden uitgevoerd, moet u de modulen voor deze verwerkingen ontbinden. Hiervoor moet u dan in de instellingen voor de artikelverwerking het selectievakje Modulen ontbinden inschakelen.
Het snelmenu bevat - afhankelijk van het veldtype (datum, integer, meertalig...) - de volgende menuopdrachten:
Daarnaast zijn de volgende dialoogvensterspecifieke snelmenuopdrachten beschikbaar:
Menuopdracht |
Betekenis |
---|---|
Inhoud verwijderen |
Verwijdert de inhoud van de geselecteerde cellen. |
Ga naar |
Deze menuopdracht is alleen voor de kolom Artikelnummer beschikbaar. Springt naar het artikel dat in de actueel geselecteerde cel is ingevoerd. |
In artikellijstoverzicht ontbinden:
Via de instelling uit deze vervolgkeuzelijst definieert u of modulen in het artikellijstoverzicht moeten worden ontbonden; de standaard waarde is de invoer "Uit instellingen", d.w.z. dat de instelling wordt overgenomen uit het dialoogvenster Instellingen: Artikel. Wanneer u hier een andere instelling kiest, overschrijft deze de waarde die in de instellingen is gedefinieerd.
Via de instelling in deze vervolgkeuzelijst definieert u hoe een module in de 3D-montageopbouw moet worden geplaatst. Op basis van de optie die u hier hebt gekozen, worden de betreffende moduleartikelen en / of de componenten ervan (d.w.z. de artikelen die in een module voorkomen) in de 3D-montageopbouw-navigator weergegeven wanneer ze aan een onderdeel zijn toegekend en kunnen ze in de layoutruimte worden geplaatst.
Houd er rekening mee dat de instelling geen invloed heeft op de verwerkingen en op het gedrag in de 2D-schakelkastopbouw.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat het belangrijk is om modules aan een macro toe te kennen. Als u een module opslaat en er geen macro is toegewezen (tabblad Technische gegevens), wordt u aan de hand van een melding hierop geattendeerd.
Zie ook