- Pagina > Exporteren > PDF. Klik in het veld Schema van het dialoogvenster PDF-export op [...]. Kies het tabblad Export.
- Opties > Instellingen > Gebruiker > Interfaces > PDF-export. Kies het tabblad Export.
Op dit tabblad definieert u de voorinstellingen voor de export. Bij de export van individuele pagina's of van het gehele project in het PDF-formaat wordt, onafhankelijk van de selectie, altijd maar één bestand gegenereerd.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Selecteer in deze vervolgkeuzelijst een paginafilter dat u in de pagina-navigator als schema hebt gegenereerd. Een dergelijk geselecteerd filter wordt in het PDF-exportschema opgeslagen. Indien het opgeslagen filter niet meer bestaat, verschijnt er een melding en wordt de export geannuleerd.
Een geselecteerd filter is automatisch geactiveerd. De invoer "-Niet geactiveerd-" schakelt het filter uit zodat de gegevens ongefilterd worden weergegeven.
Definieer in dit groepsveld naar welk exportmedium moet worden uitgevoerd:
- Opslagmedium: als deze optie is gekozen, wordt het PDF-bestand naar een opslagmedium uitgevoerd.
In het veld Uitvoerdirectory geeft u de opslagplaats op. U kunt als doel van de export elk gewenst station en elke gewenste subdirectory opgeven. Via de stationselectie is het ook mogelijk om de export direct op een cd-rom te branden.
Met [...] opent u het dialoogvenster Directory selecteren waarin u de gewenste directory kunt selecteren of een nieuwe directory kunt maken.
Via de snelmenuopdracht Padvariabele invoegen opent u het dialoogvenster Padvariabele selecteren, waaruit u een van de beschikbare padvariabelen kunt overnemen. - E-mail: als deze optie is gekozen, wordt het PDF-bestand via e-mail verzonden. Nadat u de functie hebt opgeroepen, wordt het PDF-bestand met het interne inpakprogramma ingepakt en wordt het ingestelde e-mailprogramma opgeroepen.
In de vervolgkeuzelijst Deelgrootte selecteert u de maximum grootte voor een individueel e-mailbestand. Mogelijk waarden zijn 1 MB tot 10 MB in stappen van 1 MB of "Onbegrensd". Er wordt dan automatisch het aantal e-mailbestanden gegenereerd dat nodig is om alle delen te verzenden. Als onderwerp wordt bij alle delen de tekst: "<Bestandsnaam> n/m" ingevoerd. Daarbij is "n" het nummer van het afzonderlijke e-mailbestand en "m" het totale aantal bestanden.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat om e-mails te kunnen verzenden op uw computer een MAPI-gebaseerde e-mail client moet zijn geïnstalleerd en ingesteld. Daarom kan de mail-app van Windows 8® niet worden gebruikt.
In deze vervolgkeuzelijst definieert u hoe de bestandsnamen bij de PDF-export standaard worden toegekend:
- Uit de paginanaam: als u deze optie kiest, wordt aan PDF-bestanden standaard een naam toegekend volgens het patroon <Paginanaam>.PDF.
- Uit eigenschappen: als u deze optie kiest, wordt de bestandsnaam samengesteld uit de pagina- en projecteigenschappen en vrij definieerbare scheidingstekens. Via de knop [...] opent u het dialoogvenster Formaat: Eigenschap waarin u de bestandsnaam kunt configureren.
In deze vervolgkeuzelijst definieert u hoe subdirectory's bij de PDF-export standaard worden gegenereerd:
- Geen: als u deze optie kiest, worden bij de export geen subdirectory's gegenereerd.
- Uit paginaboomstructuur: als u deze optie kiest, worden bij de export automatisch subdirectory's gegenereerd die overeenkomen met de structuur van het project. Als er bijvoorbeeld een groep =Groep1 in het project bestaat, wordt een subdirectory =Groep1 gegenereerd en worden alle bijbehorende pagina's daarheen gekopieerd.
- Uit eigenschappen: als u deze optie kiest, wordt de subdirectorynaam samengesteld uit de pagina- en projecteigenschappen en vrij definieerbare scheidingstekens. Via de knop [...] opent u het dialoogvenster Formaat: Eigenschap waarin u de bestandsnaam kunt configureren. Gebruik hier bijvoorbeeld het formaatelement "Directoryscheidingsteken" om een directorystructuur met meerdere onder elkaar liggende subdirectory's te genereren.
Definieer in dit groepsveld hoe er moet worden uitgevoerd:
- In kleur: kies deze optie als het PDF-bestand in kleur moet worden uitgevoerd. Alle elementen worden dan uitgevoerd in de kleuren die overeenstemmen met het kleurenschema "Kleur op wit".
- Zwart-wit: kies deze optie als alle elementen op de projectpagina's (uitgezonderd afbeeldingsbestanden) in het zwart met een witte achtergrond moeten worden uitgevoerd. Afbeeldingsbestanden worden altijd in de oorspronkelijke kleuren uitgevoerd.
- Grijstinten: kies deze optie als er in grijstinten moet worden uitgevoerd. De grijstinten worden berekend uit de kleuren voor het witte kleurenschema.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de afdrukmarges die in de afdrukinstellingen zijn gedefinieerd, ook voor de PDF-export gebruikt. Zodra een afdrukmarge is ingesteld, wordt in de PDF-pagina's een dergelijk leeg gedeelte mee uitgevoerd. Daardoor wordt bij het afdrukken van pagina's in Acrobat Reader een marge gegenereerd.
Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijven deze afdrukmarges buiten beschouwing. Daardoor hebben de pagina's die vanuit EPLAN zijn gegenereerd en in Acrobat Reader worden afgedrukt mogelijk geen ruimte voor perforatiegaten.
Zie ook
Tabblad Algemeen (gebruiker, PDF-export)
Tabbladen OD-eigenschappen / artikeleigenschappen
Dialoogvenster Instellingen: PDF-uitvoertalen
Dialoogvenster Instellingen: Afdrukmarges