Met behulp van koppelingen kunt u in de pre-planning afhankelijkheden tussen verschillende segmenten (bijvoorbeeld PLT-systemen, PLT-systeemfuncties etc.) definiëren, in het project en in het schema laten weergeven en in verwerkingen uitvoeren.
Bewerken van koppelingen en gekoppelde segmenten
Acties die u bij een koppeling uitvoert, worden voor het gekoppelde segment uitgevoerd. Zo opent u bijvoorbeeld via de snelmenuopdracht Eigenschappen het eigenschappendialoogvenster van het gekoppelde segment. Houd u bovendien rekening met de volgende punten:
- Onder een koppeling kan een ander object (segment of koppeling) worden ingevoegd.
- Wanneer een koppeling wordt verwijderd, wordt alleen de koppeling verwijderd en niet het gekoppelde segment. Wanneer een segment wordt verwijderd, worden ook de bijbehorende koppelingen verwijderd.
- Om in de pre-planning navigator van de koppeling naar het gekoppelde segment te springen (en terug), kiest u bij de geselecteerde koppeling de snelmenuopdracht Ga naar (kruisverwezen).
- Een koppeling zelf kan niet worden gekopieerd. Om een segment inclusief zijn koppeling te kopiëren, moet u zowel het segment als de structuur selecteren waaronder de koppeling zich bevindt. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld een segment inclusief zijn koppelingen in een ander project invoegen.
- Bij het maken en invoegen van pre-planning macro's wordt rekening gehouden met koppelingen. Om een koppeling in een pre-planning macro op te slaan, gelden dezelfde voorwaarden als bij het kopiëren.
Weergave van gekoppelde segmenten
Om bij een segment weer te geven met welke andere segmenten dit segment door koppelingen is gelinkt, is in het eigenschappendialoogvenster van de segmenten de geïndexeerde eigenschap Gekoppelde segmenten: Naam [1-10] (ID 44063) beschikbaar. Als waarde wordt de volledige code van een gekoppeld segment weergegeven.
Onder het PLT-systeem TICA+ 1000 bevinden zich koppelingen naar de meetplaats LIRA+ 3000 en naar het structuursegment FW01 U1.
In het eigenschappendialoogvenster van het PLT-systeem worden in de eigenschappentabel de volgende waarden weergegeven.
Eigenschapsnaam |
Waarde |
Gekoppeld segment |
---|---|---|
Gekoppelde segmenten: Naam [2] |
GW02 LIRA+ 3000 |
Meetplaats LIRA+ 3000 |
Gekoppelde segmenten: Naam [1] |
FW01 U1 |
Structuursegment FW01 U1 |
De meetplaats LIRA+ 3000 is onder het structuursegment GW02 ingedeeld. Daarom luidt de volledige code GW02 LIRA+ 3000.
Bij de configuratie van de eigenschapsgroeperingen wordt deze informatie ook bij de geplaatste segmenten in het schema weergegeven.
Meenemen in de verwerkingen
Door de betreffende tijdelijke aanduiding-teksten in de formulieren van de pre-planning te plaatsen, kunnen de koppelingen en de segmenten waarvoor de koppelingen zijn gemaakt in de verwerkingen worden uitgevoerd.
Voor de formulieren bij de verwerkingen van de pre-planning zijn in het dialoogvenster Tijdelijke aanduiding-tekst - <Formuliertype> de volgende elementen beschikbaar:
- Gekoppelde segmenten:
Via dit element kunt u alle segmenten weergeven die onder een bepaald segment als koppeling zijn ingevoegd. Op deze manier kunt u zien met welke andere segmenten dit segment via koppelingen is gelinkt. - Gekoppeld met bovenliggende segmenten:
Via dit element kunt u alle segmenten weergeven waaronder een bepaalde koppeling is ingevoegd. Op deze manier kunt u in de verwerkingen weergeven in welke structuren een segment als koppeling is opgeslagen.
Zie ook