Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Overdracht van buisleidinggegevens

Tot de gegevens van een buisleiding behoren de buisklasse, de substantie en de betreffende eigenschappen die voor de buisklasse en de substantie in de segmentsjabloon-navigator zijn gedefinieerd. Deze gegevens worden tezamen buisleidinggegevens genoemd.

De buisleidinggegevens kunnen bij de buisleidingdefinitiepunten, bij verbindingsdefinitiepunten en deels ook bij de functies op een P&I-schemapagina worden weergegeven. Hiertoe zijn, afhankelijk van het object in de eigenschapselectie, voor de weergave verschillende bronobjecten zoals "Buisleidingdefinitiepunt", "Buisleiding planningsobject", "Buisklasse", "Substantie" etc. beschikbaar. De bronobjecten "Buisklasse" en / of "Substantie" komen echter alleen in de eigenschapselectie voor wanneer voor het betreffende object een buisklasse en / of een substantie is geselecteerd.

Overdracht in afhankelijkheid van het logische model

De voor een buisleiding gedefinieerde gegevens en toestanden gedragen zich net als de potentialen en signalen in de elektrotechniek. Dienovereenkomstig hebben enkele functies voor de potentialen en signalen ook effect op deze procestechnische eigenschappen.

Zo worden de gedefinieerde buisleidingnaam, de buisklasse en de substantie afhankelijk van de in de aansluitlogica ingestelde potentiaaloverdracht via een functie naar andere verbindingen doorgeleid.

Bij enkele functies is op het tabblad Symbool- / functiegegevens het selectievakje Met signaalscheiding ingeschakeld (bijvoorbeeld voor pompen, armaturen etc.). Net als bij de signalen wordt een toestand bij een dergelijke functie niet doorgeleid.

Overdracht aan de buisleidingdefinitiepunten

Wanneer u een buisleiding planningsobject als buisleidingdefinitiepunt plaatst of aan een geplaatst buisleidingdefinitiepunt toewijst, worden de buisleidinggegevens (buisklasse, substantie en de bijbehorende eigenschappen) aan het betreffende buisleidingdefinitiepunt overgedragen.

Invoeren van gegevens in de eigenschappendialoogvensters

De buisklasse en andere buisleidinggegevens kunnen via de betreffende eigenschappen bij verbindingen, verbindingsdefinitiepunten of deels ook bij functies worden opgeslagen. Een substantie kan bijvoorbeeld niet voor functies worden ingevoerd.

Voor de buisklasse of de substantie zelf is het mogelijk om met de knop […] een selectiedialoogvenster te openen, waarin u een als sjabloon voorgedefinieerde buisklasse of substantie kunt selecteren.

Opmerking:

Om reden van uniformiteit raden wij aan om de buisklassen en substanties niet bij verbindingen, verbindingsdefinitiepunten of functies in te voeren, maar alleen nog bij buisleidingdefinitiepunten en buisleiding planningsobjecten. Daardoor kunt u de buisleidinggegevens via het totale verloop van een buisleiding in het P&I-schema definiëren.

Wanneer er tussen de waarden in het eigenschappendialoogvenster en een geselecteerde buisklassesjabloon verschillen optreden, worden de waarden in het eigenschappendialoogvenster met een gele achtergrond gemarkeerd. Er worden alleen velden met een gele achtergrondkleur gemarkeerd waarvoor bij de buisklassesjabloon een waarde is opgegeven.

Door de buisklasse in het eigenschappendialoogvenster te selecteren, kunnen de gegevens van de buisklasse uit de segmentsjabloon-navigator aan de verbindingen of aan de geplaatste objecten in het P&I-schema worden overgedragen. Hierdoor worden de handmatige invoeren verwijderd en wordt de gele kleur niet meer weergegeven.

Overdracht aan de verbindingen

Bij het actualiseren van verbindingen worden de door de buisleidingdefinities gedefinieerde gegevens aan de verbindingen overgedragen. Dat zijn bijvoorbeeld de eigenschappen Buisleidingnaam, Buisklasse, Substantie en - indien aanwezig - de gekoppelde buisleiding planningsobjecten.

Een bij de verbinding ingevoerde buisklasse heeft een hogere prioriteit dan een buisklasse bij het verbindingsdefinitiepunt, en het verbindingsdefinitiepunt heeft op zijn beurt een hogere prioriteit dan een buisleidingdefinitiepunt. Wanneer dus bij het buisleidingdefinitiepunt een buisklasse is ingesteld en bij een verbindingsdefinitiepunt die op dezelfde buisleiding / autoconnecting-lijn is geplaatst een andere buisklasse wordt ingesteld, krijgt de verbinding de buisklasse van het verbindingsdefinitiepunt.

Met behulp van de controleproceduremelding "005090" uit de meldingsklasse 005 "Verbindingen" kan worden gecontroleerd of er binnen een buisleiding verbindingen voorkomen die een andere buisklasse hebben dan dat er bij de buisleidingdefinitie is ingevoerd.

Tip:

De verbindingseigenschappen kunnen niet bij de verbinding zelf worden weergegeven, maar alleen bij de buisleiding- of verbindingsdefinitiepunten. Wanneer bij een breed vertakt buisleidingverloop de buisleidinggegevens ook op een andere plek in het P&I-schema moeten worden weergegeven, kunt u hiervoor op een autoconnecting-lijn die bij de buisleiding hoort een "leeg" verbindingsdefinitiepunt invoegen. Door middel van de eigenschapselectie op het tabblad Beeld kunnen de gewenste eigenschappen van de verbinding (bijvoorbeeld de Buisklasse) en / of van het gekoppelde buisleiding planningsobject (bijvoorbeeld de Code) in het P&I-schema worden weergegeven. Bij de plaatsing van het verbindingsdefinitiepunt op een gedefinieerde buisleiding is daartoe in de eigenschapselectie naast de bronobjecten "Verbindingsdefinitiepunt" en "Verbinding" ook het bronobject "Buisleiding planningsobject" beschikbaar.

Verbindingsnummering

De in het P&I-schema gedefinieerde buisleidingen kunnen ook bij de verbindingsnummering in acht worden genomen. Met behulp van het formaatelement "Gegevens van de buisleiding" in het dialoogvenster Verbindingsnummering: Formaten kunt u bijvoorbeeld de verbindingssecties van de buisleidingen in het P&I-schema met een buisleidingnummer, de buisleidingnaam etc. aanduiden.

Actualisering van de buisleidinggegevens en overdracht aan de functies

Met de snelmenuopdracht Detailplanning actualiseren in de pre-planning navigator kunt u de bij een buisleiding planningsobject gewijzigde buisleidinggegevens (buisklasse, substantie etc.) aan de gekoppelde buisleidingdefinitiepunten in het P&I-schema overdragen. Daarbij worden bestaande buisleidinggegevens verwijderd.

Wanneer bij geen enkel buisleidingdefinitiepunt dat aan een buisleiding planningsobject is gekoppeld een buisklasse en / of een substantie is ingevoerd, wordt bij het uitvoeren van deze snelmenuopdracht de buisklasse en / of de substantie alleen aan het grafisch eerste buisleidingdefinitiepunt overgedragen.

Bij de actualisering van de detailplanning worden de buisleidinggegevens van een buisleiding planningsobject ook aan de functies / apparaten in een buisleiding in het P&I-schema overgedragen.

Ook wanneer u buisleidingen in het P&I-schema zonder pre-planning, d.w.z. zonder gekoppeld buisleiding planningsobject, definieert, kan het nodig zijn om de gewijzigde buisleidinggegevens (bijvoorbeeld een andere buisklasse) van het buisleidingdefinitiepunt aan de bijbehorende verbindingen en functies over te dragen. Selecteer daartoe het buisleidingdefinitiepunt in de buisleidingen-navigator en kies de snelmenuopdracht Buisleiding actualiseren.

Zie ook