Voor verschillende PLC-fabrikanten is de PLC-gegevensuitwisseling in het AutomationML-formaat mogelijk. Daarbij gaat het om een fabrikantneutraal, XML-gebaseerd gegevensformaat (Automation Markup Language). In de dialoogvensters voor de export en import van PLC-gegevens zijn daartoe in de lijst met mogelijke formaten de invoeren "PLC standaard uitwisselingsformaat (AutomationML)", "Siemens SIMATIC STEP 7 TIA Portal (AutomationML)" en "Mitsubishi iQ-Works (AutomationML)" beschikbaar. Voor de export in een dergelijk formaat gelden de volgende bijzonderheden:
- Elk object wordt in AutomationML door een wereldwijd unieke GUID (Globally Unique Identifier) geïdentificeerd. Deze GUID wordt bij de export automatisch toegekend, voor zover er nog geen GUID is aangegeven en dient normaal gesproken niet handmatig te worden gewijzigd. De export in het AutomationML-formaat is daarom alleen vanuit bewerkbare projecten mogelijk.
Een AutomationML-GUID heeft het formaat "xxxxxxxx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx" waarbij x staat voor een van de tekens "0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 a b c d e f A B C D E F". - Ook de aansluitingen van functies krijgen eigen GUID's. Aansluitingen worden als
ExternalInterface geëxporteerd. - Bijbehorende artikelen kunnen desgewenst ook in het exportbestand worden uitgevoerd en krijgen eigen GUID's. Dit is bijvoorbeeld nodig om toebehoren met de TIA Selection Tool uit te wisselen. Als toebehoren worden alle artikelen beschouwd die in het eigenschappendialoogvenster van een hoofdfunctie op het tabblad Artikel bij de posities 2 tot 50 zijn ingevoerd. De GUID voor bijbehorende artikelen worden bij de export automatisch toegekend en in de eigenschap AutomationML GUID (toebehoren) opgeslagen.
Wanneer een bijbehorend artikel bij een hoofdfunctie wordt verwijderd, wordt ook de betreffende GUID verwijderd. Bij het bewerken van een bijbehorend artikel (bijvoorbeeld bij een nieuwe artikelselectie, bij een apparaatselectie of bij het wijzigen van de volgorde op het tabblad Artikel) blijft de GUID behouden. - Om niet-benodigde AutomationML GUID's uit een project te verwijderen (bijvoorbeeld in een kopie van het project), kunt u het project comprimeren. Schakel daartoe in het dialoogvenster Instellingen: Compressie van het hiërarchieniveau Projectgegevens verwijderen het selectievakje AutomationML GUID's in.
- Bij de export worden alle onderdelen meegenomen die minimaal een busaansluiting hebben. Zo kunnen naast PLC-kasten ook apparaatkasten, motoren en andere apparaten worden geëxporteerd.
- Bij de export van Ethernet-gebaseerde bussystemen kunt u definiëren of de gedetailleerde aansluitingen van de busaansluitingen in het exportbestand moeten worden uitgevoerd. Wanneer u met flexibele bekabeling werkt, kunt u de uitvoer van gedetailleerde aansluitingen uitschakelen om nabewerking te vermijden.
- Voor de export in het AutomationML-formaat moeten de namen van de bouwgroepen binnen een bouwgroepen-rack uniek zijn. Als naam wordt in dat geval niet de objectbeschrijving, maar de eigenschap PLC-kaartnaam geëxporteerd. Als de PLC-kaartnaam leeg is, wordt de objectbeschrijving geëxporteerd en - om deze uniek te maken - een doorlopend positienummer toegevoegd (Beschrijving_1, Beschrijving_2, ...).
- Naast de functieteksten van de PLC-aansluitingen, worden ook de functieteksten van de PLC-kasten geëxporteerd en geïmporteerd (eigenschap Functietekst (automatisch)). De functieteksten worden in alle beschikbare talen geëxporteerd en geïmporteerd. De taal die in het dialoogvenster PLC-gegevens exporteren of PLC-gegevens importeren is ingesteld, is de hoofdtaal in het uitwisselingsbestand en wordt daar bij het betreffende PLC-object als waarde (
Value ) opgeslagen, alle overige talen worden als aanvullende attributen opgeslagen. - Instelbare PLC-aansluitingen worden bij de export in het AutomationML-formaat in normale I-/O-aansluitingen omgezet (afhankelijk van de instelling voor het signaaltype in de aansluitlogica). Bij de import worden dergelijke aansluitingen weer in instelbare PLC-aansluitingen teruggezet, wanneer er een passend artikel wordt gevonden waarbij een functiesjabloon met de functiedefinitie "PLC-aansluiting, multifunctie" is opgeslagen.
- Bij de import van een AutomationML-bestand worden gevulde ODC-componenten in EPLAN niet door lege of ontbrekende ODC-componenten overschreven.
- Bij het importeren in het AutomationML-bestand worden PLC-aansluitingen in EPLAN met de eigenschap Gemarkeerd om te verwijderen aangeduid, wanneer het symbolisch adres in het importbestand leeg is maar bij de bijbehorende PLC-aansluiting in EPLAN de eigenschap Symbolisch adres (automatisch) gevuld is. Het bestaande symbolisch adres blijft behouden. Via de controleprocedure 004029 kunt u deze PLC-aansluitingen opsporen en controleren.
- Vrije symbolische adressen (die aan geen enkele PLC-aansluiting zijn toegekend) kunnen via de PLC-gegevensuitwisseling in het AutomationML-formaat worden geëxporteerd en geïmporteerd. Na de import van een AutomationML-bestand zijn de daar voorkomende vrije symbolische adressen in EPLAN beschikbaar en kunnen uit de I/O-lijst worden afgeboekt.
Zie ook