Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Eigenschappen van projecten vergelijken

In dit dialoogvenster definieert u de instellingen voor de eigenschappenvergelijking van projecten. Daarbij vergelijkt u bepaalde eigenschappen van het huidige project met de betreffende eigenschappen van een referentieproject. Normaal gesproken is het referentieproject een kopie van het actuele project op een eerder tijdstip. U kunt echter ook een ander project als referentieproject selecteren.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Geselecteerd project:

Hier wordt het huidige geselecteerde project weergegeven.

Alleen bijbehorende referentieprojecten weergeven:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden in de lijst alleen tegen schrijven beveiligde referentieprojecten weergegeven die bij het huidige project horen. Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden in de lijst alle bestaande projecten (met uitzondering van het geselecteerde project) in de projectdirectory weergegeven.

Opmerking:

Wanneer u de schrijfbeveiliging van een bijbehorend referentieproject opheft, wordt het project niet meer als "bijbehorend referentieproject" maar in de lijst met alle projecten aangegeven.

Vergelijken met:

In de lijst worden de projecten / referentieprojecten weergegeven die in de projectdirectory voorkomen. Selecteer het project waarmee u het huidige geselecteerde project wilt vergelijken.

Instellingen voor eigenschappenvergelijking:

Dit veld geeft het huidige schema voor de eigenschappenvergelijking van projecten aan. Met [...] opent u het dialoogvenster Instellingen: Eigenschappenvergelijking van projecten. Hierin definieert u welke eigenschappen met elkaar worden vergeleken en slaat u deze instellingen in een eigen schema op.

Een geselecteerd schema is automatisch geactiveerd.
Wanneer u de invoer "-Niet geactiveerd-" hebt gekozen, wordt het standaardschema gebruikt. In dat geval worden alle eigenschappen van alle objecten vergeleken. Dit kan bij grotere projecten veel tijd in beslag nemen.

Structuurcode-instelling:

Dit veld geeft het huidige schema voor het vervangen van structuurcodes aan. Als u structuurcodes hebt hernoemd, worden deze bij de eigenschappenvergelijking van projecten normaal gesproken als verwijderd en nieuw toegevoegd beschouwd. Als u dergelijke wijzigingen niet wilt weergeven, kunt u een schema maken waarin wordt aangegeven welke structuurcodes zijn hernoemd. De aangegeven structuurcodes worden bij de eigenschappenvergelijking van projecten niet meer als verschillend beschouwd. Deze instelling is alleen zinvol als u - via het selectievakje Alternatieve identificatie - de alternatieve identificatie van objecten hebt geactiveerd.

Met [...] opent u het dialoogvenster Structuurcode-instellingen. In dit dialoogvenster definieert u welke structuurcode in het referentieproject door welke structuurcode in het actuele project wordt vervangen en slaat u deze instellingen vervolgens in een eigen schema op.

Een geselecteerd schema is automatisch geactiveerd.
Wanneer u de invoer "-Niet geactiveerd-" hebt gekozen, wordt er geen schema gebruikt. In dat geval worden hernoemde structuurcodes als verwijderd en nieuw toegevoegd beschouwd.

Revisiemarkeringstekst:

Hier geeft u een tekst op die bij gewijzigde eigenschappen als revisiemarkering moet worden weergegeven.

Voor verwijderde objecten verwijdermarkeringstekens genereren:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden verwijderde objecten (schemasymbolen, teksten, etc.) op de projectpagina's door een revisiemarkering en een verwijdermarkeringsteken aangeduid. De eigenschappen van het verwijderde object worden bij het verwijdermarkeringsteken opgeslagen en kunnen daar worden bekeken.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden er geen verwijdermarkeringstekens gegenereerd.

De revisiemarkering voor verwijderde objecten in het referentieproject terugschrijven:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt voor objecten die niet meer in het actuele project voorkomen een revisiemarkering in het referentieproject ingevoerd. De objecten worden hierdoor in het referentieproject als verwijderd aangeduid.

Opmerking:

De revisiemarkeringen kunnen alleen worden ingevoerd in een referentieproject dat niet tegen schrijven is beveiligd. Bij een referentieproject dat tegen schrijven is beveiligd (alleen-lezen), verschijnt er een melding. Daarom moet u vóór de eigenschappenvergelijking de schrijfbeveiliging van het referentieproject verwijderen. Houd er rekening mee dat ook tijdelijke referentieprojecten tegen schrijven zijn beveiligd.

Alle bestaande revisiemarkeringen verwijderen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de revisiemarkeringen van een vorige eigenschappenvergelijking uit het project verwijderd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, blijven alle revisiemarkeringen die in het project voorkomen behouden. De nieuwe revisiemarkeringen worden in het project ingevoerd.

Het actieve filter uit de pagina-navigator gebruiken:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt een filter dat voor de pagina-navigator is ingesteld bij de eigenschappenvergelijking gebruikt. Dat betekent dat alleen de in de pagina-navigator weergegeven pagina's worden vergeleken. Verborgen pagina's en niet-geplaatste objecten worden niet vergeleken.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alle pagina's van het project vergeleken - dus ook de pagina's die niet in de pagina-navigator worden weergegeven.

Alternatieve identificatie:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden objecten met behulp van zogeheten "kandidaatsleutels" geïdentificeerd. Een kandidaatsleutel is een minimumaantal eigenschappen die een object eenduidig identificeren. De identificerende eigenschappen zijn door EPLAN vast ingesteld.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden objecten aan de hand van de interne object-ID geïdentificeerd.

Opmerking:

Wanneer u de eigenschappen van projecten vergelijkt die automatisch zijn gegenereerd (bijvoorbeeld via EPLAN Engineering Configuration), moet u dit selectievakje inschakelen omdat de interne object-ID's bij elke nieuwe generering opnieuw worden toegekend. Dat houdt in dat bij elke generering een compleet nieuw project ontstaat en alle objecten in dit project nieuwe object-ID's krijgen. Hierdoor is een eigenschappenvergelijking via de identificatie van objecten aan de hand van de object-ID niet meer mogelijk.

Vergelijkingsresultaten verzamelen:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de revisieresultatenlijst bij een eigenschappenvergelijking van projecten niet overschreven, maar worden de resultaten aan de bestaande lijst toegevoegd.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt de revisieresultatenlijst bij elke nieuwe eigenschappenvergelijking van projecten overschreven. Dit is de standaardinstelling.

Opmerking:

Het selectievakje is altijd uitgeschakeld wanneer het dialoogvenster wordt geopend en moet bewust door de gebruiker worden ingeschakeld voordat de projectvergelijking wordt uitgevoerd.

Zie ook