Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Elementen van de gebruikersinterface

Als EPLAN wordt gestart, wordt een voorgeconfigureerde gebruikersinterface opgeroepen. U kunt deze standaardweergave aanpassen, zodat deze overeenstemt met de manier waarop u gewend bent te werken. Veel dialoogvensters, zoals de pagina-navigator, die u vaak nodig hebt voor de bewerking van uw gegevens, kunnen tijdens het werken met EPLAN permanent op het beeldscherm worden geplaatst en als zelfstandige vensters van het EPLAN-hoofdvenster worden afgedockt.

U kunt al deze "vensters" (in afgedockte toestand) en elk ander dialoogvenster op elke gewenste positie op het beeldscherm plaatsen door de linkermuisknop ingedrukt te houden en de titelbalk van het dialoogvenster naar de gewenste positie te slepen.

Als u de gebruikersinterface voor een speciale engineering-taak hebt aangepast, kunt u deze configuratie (positie, formaat, instellingen van dockbare dialoogvensters en werkbalken) als werkomgeving opslaan en op elk moment weer selecteren.

U kunt EPLAN zowel met de muis als met het toetsenbord bedienen. Bij de bediening met het toetsenbord kunt u vooringestelde sneltoetsen gebruiken of deze aanpassen aan uw behoeften.

De mogelijkheid om het formaat van het EPLAN-hoofdvenster (en ook van andere dialoogvensters) te wijzigen, wordt aangegeven door drie schuine strepen in de rechteronderhoek van het venster.

U kunt het formaat van het venster wijzigen door de cursor in het venster te plaatsen en de vensterrand met ingedrukte linkermuisknop naar links / rechts of naar boven / onder te slepen.

Zie ook