Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Tabblad Layers

Om logische elementen van een pagina eenduidig te kunnen herkennen, moeten reeds in het DXF- / DWG-bestand verschillende layers (niveaus) worden gebruikt. Daarom moet u aan de vooringestelde EPLAN-standaard en projectlayers de in AutoCAD gebruikte layernamen in de tabel op dit tabblad toekennen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Naam:

Naam van de EPLAN-layer uit het Layerbeheer (Opties > Layerbeheer), bijvoorbeeld EPLAN100. Klik op de pijl in het veld om de vervolgkeuzelijst met alle EPLAN-layers te openen en daarin de gewenste layer de selecteren.

Beschrijving:

De beschrijving die bij de EPLAN-layer hoort. Deze is eveneens ingesteld in het Layerbeheer (Opties > Layerbeheer), bijvoorbeeld Grafisch symbool.Algemeen.
Houd er rekening mee dat de beschrijving bij een standaard layer niet kan worden gewijzigd! (Standaard layers zijn alle layers met de naam EPLANxxx.)

CAD-naam:

De voorinstelling voor de CAD-specifieke layernaam wordt overgenomen uit de EPLAN-layernaam en kan vervolgens hier worden bewerkt.

Weergegeven / Afdrukken / Vergrendeld:

Layereigenschappen die zijn gedefinieerd via de menuopdrachten Opties > Layerbeheer. Als op dit tabblad een eigenschap wordt gewijzigd, is dat niet van invloed op een geopend project.

Snelmenu:

Het snelmenu bevat - afhankelijk van het veldtype (datum, integer, meertalig...) - de volgende menuopdrachten:

[Toevoegen]:

Klik op deze knop om automatisch alle layers die in het project worden gebruikt, toe te voegen aan de tabel en vervolgens de toekenningen te bewerken. Indien er reeds layertoekenningen zijn gedefinieerd, worden deze door deze functie niet overschreven.

Opmerking:

Layers die niet in deze lijst voorkomen, worden 1:1 overgedragen. Hierbij wordt geprobeerd om ook alle layereigenschappen (zoals lijndikte, tekengrootte etc.) over te dragen.

Zie ook