Het is vaak nodig om een bepaald onderdeel meerdere keren weer te geven. Het programma herkent de connectie tussen een schemasymbool en het bijbehorende onderdeel aan het feit dat alle schemasymbolen dezelfde onderdeelcode hebben en dat deze zijn gecodeerd met de betreffende functiedefinitie. De kruisverwijzing geeft aan waar u het andere gedeelte van het onderdeel in het schema kunt vinden. Daarbij zijn de volgende variaties mogelijk:
- Onderdelenkruisverwijzingen tussen algemene schemasymbolen (zo worden verdeelde functies als "bij elkaar horend" gecodeerd)
- Contactkruisverwijzingen in de contactspiegel (kruisverwijzingen tussen de volledige contactweergaven van een relais of een motorbeveiligingsschakelaar en in het schema verdeeld weergegeven afzonderlijke contacten van deze onderdelen)
- Afbreekpuntenkruisverwijzingen tussen afbreekpunten
- Paarkruisverwijzingen (kruisverwijzingen tussen de volledige contactweergaven van motorbeveiligingsschakelaars of belasting-scheidingschakelaars en de in het schema verdeeld weergegeven afzonderlijke contacten van deze onderdelen).
Daarbij voegt EPLAN onderdelen-, contact- en afbreekpuntenkruisverwijzingen automatisch (online) tijdens het bewerken van schema's in de projectgegevens in. Voor paarkruisverwijzingen geldt dit automatisme alleen als de betreffende schemasymbolen van een onderdeel door een bepaalde instelling kruisverwijsbaar kunnen worden gemaakt.
De kruisverwijzingsweergave hangt af van de volgende factoren:
- Structuur en opbouw van het plotkader.
- Instellingen voor de kruisverwijzingen; deze worden in de projectinstellingen of bij het desbetreffende onderdeel gedefinieerd.
Opmerking:
Let bij de eigenschappen van de schemasymbolen vooral op de eigenschap Kruisverwijzingsweergave (ID 20021); deze eigenschap kan de volgende waarden aannemen:
0 = Automatisch weergeven: kruisverwijzingen worden alleen dan weergegeven, wanneer de weergegeven ODC niet leeg is.
1 = Nooit weergeven: kruisverwijzingen worden nooit weergegeven.
2 = Altijd weergeven: kruisverwijzingen worden altijd weergegeven, ongeacht of de weergegeven ODC al dan niet leeg is.
Wat betreft het gebruikte plotkader is bij de kruisverwijzingsweergave het volgende van belang: in tegenstelling tot schemasymbolen die binnen het plotkader zijn geplaatst, bevatten kruisverwijzingen bij schemasymbolen die buiten het plotkader zijn ingevoegd geen kolomnamen. Omgekeerd genereert het schemasymbool binnen het plotkader bij het schemasymbool buiten het plotkader een volledige kruisverwijzing met paginacodes en kolomnamen.
Bij het afbreekpunt dat buiten het plotkader is geplaatst, wordt een kruisverwijzing met paginacode en kolomnaam gemaakt naar het afbreekpunt dat binnen het plotkader ligt. Het afbreekpunt dat buiten het plotkader is geplaatst kan echter geen geldige kolomnaam in de kruisverwijzing van de buiten het plotkader geplaatste afbreekpunt maken.
Zie ook