Synchronisatie- en correctieprocedures maken het mogelijk om projectgegevens projectoverkoepelend te synchroniseren en inconsistenties en tegenstrijdigheden te verhelpen. Hieronder wordt aangegeven wanneer synchronisatie- en correctieprocedures nodig kunnen zijn:
- Onderdelen met dubbele / boventallige hoofdfuncties: Een onderdeel kan slechts één hoofdfunctie bevatten. Om dubbele / boventallige hoofdfuncties uit een onderdeel te verwijderen, kunt u in één keer voor het gehele project alle dubbele / boventallige hoofdfuncties converteren naar nevenfuncties.
- Redundante gegevens bij meerdere en verschillende weergavetypen van een functie: In EPLAN kunt u een functie in het project verdeeld weergeven, bijvoorbeeld als enkellijnige functie, meerlijnige functie, overzichtsfunctie, paarkruisverwijzingsfunctie of P&I-schemafunctie. Een functie kan ook in één weergavetype meerdere keren voorkomen, zoals bijvoorbeeld een PLC-kast die met twee meerlijnige functies op twee verschillende pagina's wordt weergegeven. In elk weergavetype kunnen de eigenschappen van de functie worden bewerkt. Om te zorgen dat de eigenschappen van de verdeeld weergegeven functies gelijk zijn, kunt u de functies met elkaar synchroniseren.
- Nevenfunctie moet hoofdfunctie zijn: U kunt een nevenfunctie converteren naar een hoofdfunctie. De oorspronkelijke hoofdfunctie wordt dan een nevenfunctie.
Zie ook
Nevenfunctie converteren naar hoofdfunctie