Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Routeringspaden invoegen (topologie)

Routeringspaden zijn automatisch of handmatig ingevoegde paden, waarlangs verbindingen kunnen worden gerouteerd.

Voorwaarde:

U hebt een topologie-pagina in de grafische editor geopend.

  1. Kies de menuopdrachten Invoegen > Topologie > Routeringspad.
  2. Plaats de cursor in de buurt van een bestaande topologie-functie, routeringspunt of topologie-afbreekpunt.

    Het bestaande punt wordt gemarkeerd.
  3. Plaats het startpunt door op het gemarkeerde object te klikken. Of plaats het startpunt in de vrije ruimte door op een vrije oppervlakte te klikken.
  4. Definieer vervolgens het volgende punt van het routeringspad en klik steeds met de linkermuisknop om deze punten te plaatsen.
  5. Plaats het eindpunt door te klikken op een volgende topologie-functie, een routeringspunt of een topologie-afbreekpunt.

    Het dialoogvenster Eigenschappen <...> wordt geopend (als in de gebruikersinstellingen voor de grafische bewerking onder de categorie Eigenschappendialoogvensters het selectievakje Bij het invoegen van routeringspunten en -paden (topologie) is ingeschakeld).
  6. Voer op het tabblad Routeringspad de gegevens voor het routeringspad in.
  7. Klik op [OK].

    De eigenschappen van het routeringspunt worden bij een oneven aantal secties bij de middelste sectie weergegeven en bij een even aantal secties bij de sectie vóór het midden.
  8. Sluit de actie af met de snelmenuopdracht Actie annuleren of met de toets [Esc].

Tips:

Zie ook