U hebt een project geopend. In de instellingen voor de ODC-syntaxcontrole is de controle geactiveerd. Geef in het dialoogvenster Eigenschappen <...> een ongeldig teken als component van de code op en klik op [OK].
Nadat u de onderdeelcodes hebt ingevoerd, wordt er gecontroleerd of de syntax van de ingevoerde onderdeelcode correct is. Als dit niet het geval is, wordt dit dialoogvenster weergegeven.
Opmerkingen:
- In de instellingen voor de ODC-controle definieert u welke tekens zijn toegestaan.
- Er vindt ook een syntaxcontrole plaats als de codes in het Structuurcodebeheer worden ingevoerd.
Het dialoogvenster bevat de volgende opties:
In dit veld (dat niet kan worden gewijzigd) wordt de code weergegeven en worden de ongeldige componenten gemarkeerd.
Hier wordt een beschrijvende tekst bij de opgetreden fout weergegeven.
Opent het dialoogvenster Instellingen: ODC-syntaxcontrole. Daar kunt u de syntaxinstellingen controleren en eventueel corrigeren.
Als u op een van deze knoppen klikt, wordt de volgende (of de vorige) ongeldige component van de code gemarkeerd. Als er slechts één teken ongeldig is, zijn de knoppen niet actief.
Negeert alle fouten, sluit het meldingenvenster en voegt de als ongeldig gemelde code in.
Sluit het dialoogvenster. U keert terug naar het eigenschappendialoogvenster en kunt daar uw invoer corrigeren.
Zie ook