U hebt een symbool in de grafische editor ingevoegd of in een navigator een nieuwe functie gegenereerd. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Weergave.
U hebt in de grafische editor of in een navigator een functie geselecteerd. Bewerken > Eigenschappen(of Snelmenu > Eigenschappen). Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Weergave.
U hebt een tijdelijke aanduiding-object in de grafische editor of in een navigator geselecteerd. Bewerken > Eigenschappen (of Snelmenu > Eigenschappen). Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Weergave.
Op dit tabblad definieert u de weergave-instellingen voor de verschillende eigenschappen van de geplaatste functie / het tijdelijke aanduiding-object. Daarbij kunnen individueel geplaatste eigenschappen met elkaar worden gedockt en zo een gemeenschappelijk blok vormen. Hierdoor kunnen bij een verplaatsing alle (gewenste) teksten in één keer worden verplaatst en wordt voorkomen dat meerregelige tekst met andere tekst overlapt.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Eigenschapsgroepering:
In de vervolgkeuzelijst worden verschillende voorgedefinieerde groeperingsconfiguraties ter selectie aangeboden. Deze configuraties worden met hun naam bij het symbool opgeslagen.
Tabblad 3D-functies / tabblad Schemasymbool
Op het tabblad 3D-functies definieert u welke eigenschappen samen met een 3D-artikelplaatsing worden geplaatst en weergegeven. Op het tabblad Schemasymbool definieert u welke eigenschappen samen met een schemasymbool worden geplaatst en weergegeven. Op deze tabbladen worden de eigenschappen weergegeven die in de geselecteerde eigenschapsgroepering voor weergave zijn geselecteerd.
De instellingen van de eigenschapsgroeperingen zijn van invloed op de plaatsing van de ODC en op alle overige eigenschappen die daaraan zijn gedockt.