U hebt een project geopend. Opties > Instellingen > Projecten > "Projectnaam" > Onderdelen > Nummering (online). Klik in het dialoogvenster Instellingen: Nummering (online) naast het veld Nummeringsformaat op [...]. Selecteer een gebruikergedefinieerd schema in het dialoogvenster Nummeringsformaten. Klik op het tabblad ODC of Codes op [...]. Dubbelklik in het dialoogvenster ODC-formaat op een formaatelement.
In dit dialoogvenster kunt u formaatelementen bewerken die een component van het nummeringsformaat kunnen zijn.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
De waarde in dit veld geeft aan hoeveel posities minimaal moeten worden uitgevoerd.
Ontbrekende posities worden met dit opvulteken opgevuld.
(alleen voor formaatelementen van het type "Teller")
Hier voert u de waarde in waarmee de nummering van de onderdelen moet beginnen. Toegestane waarden zijn 0-X.
Alfanumerieke teller gebruiken:
(alleen voor formaatelementen van het type "Teller")
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een alfanumerieke teller gebruikt. Als het vakje is uitgeschakeld, wordt er een numerieke teller gebruikt.
(alleen voor formaatelementen van het type "Teller")
Bij gebruik van een alfanumerieke teller definieert u hier de tekens die voor de teller mogen worden gebruikt. Alleen alfanumerieke tekens zijn toegestaan.
Alfanumerieke tellers worden per teken van links naar rechts gesorteerd (zoals bij kolommen in Excel). Als u bijvoorbeeld de tekens "ICS" hebt ingevoerd, dan wordt er als volgt geteld:
Zie ook
Online-nummeringsformaat definiƫren
Nieuwe onderdelen automatisch nummeren