Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Formaat: Teller (PLC-adresformaten)

In dit dialoogvenster definieert u de formattering voor een teller in de formaatgroep.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Talstelsel:

In dit veld definieert u het talstelsel waarin de teller wordt weergegeven. De volgende waarden zijn mogelijk:

Beginwaarde:

De begin- en eindwaarde definieert u samen met het toegestane waardenbereik van de teller. De beginwaarde moet positief zijn en overeenkomen met het geselecteerde talstelsel.

Eindwaarde:

De eindwaarde moet groter zijn dan de beginwaarde en eveneens overeenkomen met het geselecteerde talstelsel.

Als tijdens de adressering de eindwaarde wordt bereikt, wordt deze automatisch overdragen naar de teller die daarvoor (links daarvan) staat, en begint de huidige teller weer met de beginwaarde. De eerste (dus de meest links staande) teller wordt doorlopend verhoogd, ook voorbij de eindwaarde.

Veldbreedte:

De veldbreedte is optioneel en moet positief zijn. De veldbreedte wordt gebruikt voor de grafische weergave. Als de waarde die moet worden weergegeven minder cijfers bevat dan de veldbreedte, dan wordt deze met nullen aangevuld.

Configuratiewaarde uit eigenschap:

In de vervolgkeuzelijst worden verschillende PLC-eigenschappen weergegeven. Het gaat daarbij om eigenschappen die bij een PLC-aansluiting kunnen worden weergegeven en daar de waarde van de bijbehorende PLC-kast aangeven. De configuratiewaarden kunnen dus alleen bij de PLC-kast worden gewijzigd!

Bij de adressering wordt de configuratiewaarde – dus de waarde van de geselecteerde eigenschap – als beginwaarde voor de teller (voor de eerste PLC-aansluiting) gebruikt. De teller wordt vanaf deze waarde doorgeteld. Als tijdens de adressering een aansluiting wordt gevonden waarbij de configuratiewaarde verandert, krijgt de teller deze nieuwe waarde en wordt vanaf deze waarde doorgeteld.

Als de eindwaarde wordt bereikt, wordt er vervolgens uitgaande van de in het veld Beginwaarde aangegeven waarde doorgeteld.

Opmerking:

Bij de adressering kunnen alleen numerieke configuratiewaarden worden gebruikt. Als de geselecteerde eigenschap alfabetische of alfanumerieke waarde bevat, verschijnt er een melding.

De volgende eigenschappen zijn mogelijk:

Zie ook