Dialoogvenster openen:U hebt een project geopend. Bewerken > Overig > Beveiliging configureren.
Dit dialoogvenster bevat informatie over de beveiliging van de geselecteerde objecten. U kunt zien of voor de betreffende objecten een automatische of een handmatige wijzigingsbeveiliging en / of een apparaatbeveiliging is ingeschakeld.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Groepsveld Wijzigingsbeveiliging
Met de wijzigingsbeveiliging kunnen objecten in een project (pagina's, functies, segmenten uit de pre-planning etc.) tegen elke wijziging worden beveiligd. Deze objecten kunnen niet naderhand worden bewerkt, verwijderd etc. en in de betreffende eigenschappendialoogvensters worden alle velden grijs weergegeven. Voor objecten met een dergelijke beveiliging zijn de eigenschappen Wijzigingsbeveiliging (ID 3014) en Wijzigingsbeveiliging (hiërarchisch) (ID 3015) geactiveerd. Voor onderliggende objecten, bijvoorbeeld de functies op een pagina met wijzigingsbeveiliging, wordt alleen de eigenschap Wijzigingsbeveiliging (hiërarchisch) geactiveerd.
Automatische beveiliging tijdelijk uitschakelen:
Dit selectievakje is alleen beschikbaar voor objecten met automatische wijzigingsbeveiliging. Om correcties te kunnen aanbrengen, kan het nodig zijn om een automatische wijzigingsbeveiliging tijdelijk uit te schakelen.
Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de beveiliging tijdelijk uitgeschakeld en kunt u bij de "ontgrendelde" objecten wijzigingen aanbrengen. De informatie over het type automatische wijzigingsbeveiliging blijft behouden. Nadat u de correcties hebt aangebracht, dient u de wijzigingsbeveiliging beslist weer in te schakelen door het selectievakje uit te schakelen!
Let op:
Houd er rekening mee dat door het wijzigen of verwijderen van beveiligde objecten bij de bijbehorende functies (zoals bij het veilig opslaan van deelprojecten) fouten kunnen ontstaan!
In dit veld kan worden afgelezen of er voor de geselecteerde objecten een automatische wijzigingsbeveiliging bestaat en om welk type wijzigingsbeveiliging het gaat. De instellingen in dit veld kunnen niet worden bewerkt.
Dit selectievakje is alleen beschikbaar voor objecten zonder automatische wijzigingsbeveiliging. Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de geselecteerde objecten van een handmatige wijzigingsbeveiliging voorzien.
Door het selectievakje uit te schakelen, kan de handmatige wijzigingsbeveiliging voor de geselecteerde objecten weer worden uitgeschakeld.
Dit selectievakje is alleen beschikbaar voor objecten zonder wijzigingsbeveiliging. Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de geselecteerde objecten van een apparaatbeveiliging voorzien.
De apparaatbeveiliging zorgt ervoor dat de functies / planningsobjecten van een onderdeel dat als apparaat is gedefinieerd, inclusief de bijbehorende voorgedefinieerde gegevens, worden beveiligd tegen onbedoelde wijzigingen door grafische acties. Voor objecten met een dergelijke beveiliging is de eigenschap Apparaatbeveiliging (ID 20475) geactiveerd.
Door het selectievakje uit te schakelen, kan de apparaatbeveiliging voor de geselecteerde objecten weer worden uitgeschakeld.
Zie ook