Het dialoogvenster Plotkadereigenschappen - <Plotkadernaam> wordt bij het maken van een plotkader automatisch geopend; dit dialoogvenster kan echter ook achteraf voor een geopend plotkader worden opgeroepen.

Voorwaarden:

• U hebt een project geopend.
• U hebt een plotkader in de plotkadereditor geopend (Hulpprogramma's > Stamgegevens > Plotkader > Openen > [Openen]).

1. Selecteer het plotkader waarvan u de eigenschappen wilt bekijken of bewerken in het navigatorvenster Pagina's - <Projectnaam>.
2. Kies de snelmenuopdracht Eigenschappen.
3. In het dialoogvenster Plotkadereigenschappen - <Plotkadernaam> selecteert u in de vervolgkeuzelijst Categorie welke eigenschappen in de lijst daaronder moeten worden weergegeven.
4. Definieer de waarden voor de eigenschappen door een instelling in te voeren of te overschrijven of door een standaard waarde in een vervolgkeuzelijst te selecteren.
5. Klik op (Nieuw) op de werkbalk boven de tabel Eigenschapsnaam / Waarde.
6. Selecteer in het dialoogvenster Eigenschapselectie een nieuwe eigenschap die u aan het plotkader wilt toekennen.
7. Klik op [OK].
8. Ken aan de eigenschap een waarde toe.
9. Ga voor de overige eigenschappen op dezelfde wijze te werk.
10. Klik op [OK].
    
    Het plotkader wordt met de gewijzigde / nieuwe gegevens in de plotkadereditor weergegeven.