De optie Beeld > Kabelverbindingen vergemakkelijkt het vinden van automatisch gegenereerde kabels en van verbindingen die bij het automatisch genereren van kabels worden gebruikt. Als de optie is ingeschakeld, worden aansluitingen van functies waarbij de eigenschap Kabelaansluiting is geactiveerd, door een pijl aangegeven. (Bij het automatisch genereren van kabels worden alleen verbindingen gebruikt die bij functies met minimaal één kabelaansluiting zijn aangesloten of die als kabelverbinding zijn gedefinieerd.)

De eigenschap Kabelaansluiting definieert u in het dialoogvenster Aansluitlogica, dat u in het eigenschappendialoogvenster op het tabblad Symbool- / functiegegevens via de knop [Logisch] oproept.

Voorwaarde:

U hebt een projectpagina in de grafische editor geopend.

1. Kies de menuopdrachten Beeld > Kabelverbindingen.
   
   Aansluitingen van functies met de eigenschap Kabelaansluiting worden door een kleine pijl aangegeven.
2. Kies opnieuw de menuopdrachten Beeld > Kabelverbindingen.
   
   De pijlen waarmee de kabelaansluitingen worden aangegeven, worden weer verborgen.

Zie ook

Kabels automatisch genereren