Pad-functieteksten worden net zo ingevoegd als grafische teksten. De enige verschillen zijn, dat op het eerste tabblad van het dialoogvenster Eigenschappen een andere koptekst wordt weergegeven en de pad-functieteksten afzonderlijk van de andere teksten op een ander niveau (EPLAN110, Grafisch.Pad-functieteksten) worden opgeslagen.
Pad-functietekst invoegen
Voorwaarde:
U hebt een schemapagina met meerlijnige of enkellijnige weergave geopend.
- Invoegen > Pad-functietekst
- Op het tabblad Tekst van het eigenschappendialoogvenster voert u de gewenste tekst in.
Zodra u het dialoogvenster voor het invoeren / bewerken van teksten hebt geopend, wordt in de statusbalk de actuele invoertaal aangegeven. - Op het tabblad Formaat definieert u de formaateigenschappen zoals grootte, kleur en uitlijning alsmede de kadereigenschappen, dus bijvoorbeeld of de tekst in een uitlijningsvak wordt geplaatst en hoe deze in het uitlijningsvak wordt ingepast.
- Klik op [OK].
- Plaats de tekst in het gewenste schemapad. Let er op dat het invoegpunt van de tekst op één lijn ligt met de invoegpunten van de schemasymbolen die de pad-functieteksten moeten overnemen.
Wanneer bij een schemasymbool geen eigen functietekst is ingevoerd, dan wordt de pad-functietekst in de eigenschap Functietekst (automatisch) ingevoerd.
Tip:
Via het snelmenu kunt u de tekst verder bewerken. Zo kunt u bijvoorbeeld speciale tekens en regeleinden invoegen. Regeleinden kunnen ook via [Ctrl] + [Enter] worden ingevoegd.
Pad-functietekst bewerken
- Dubbelklik op een pad-functietekst.
- In het dialoogvenster Eigenschappen (pad-functietekst) kunt u de tekst en de eigenschappen daarvan bewerken. Gebruik de tabbladen Tekst en Formaat zoals beschreven onder "Pad-functietekst invoegen".
- Klik op [OK].
Tip:
Om de pad-functietekst in een "normale" tekst om te zetten, schakelt u het selectievakje Pad-functietekst uit.
Zie ook