Opties > Instellingen > Gebruiker > Grafische bewerking > 3D.
In dit dialoogvenster definieert u uw persoonlijke instellingen voor de grafische bewerking in de 3D-weergave.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Groepsveld Kleurinstellingen
Bij alle kleurinstellingen opent u met [...] het dialoogvenster Kleurenselectie. Selecteer daar de gewenste kleur.
Shading achtergrond 1 / Shading achtergrond 2:
Hier definieert u de achtergrondkleuren voor de shading in de 3D-weergave.
Hier definieert u de weergavekleur voor conflicten tussen componenten bij het plaatsen en wijzigen in de 3D-weergave.
Hier definieert u de kleur voor het actieve montageoppervlak in de 3D-weergave.
Hier definieert u de kleur voor de actieve koperbundel in de 3D-weergave.
Groepsveld Standaard rastergroottes
In de velden Rastergrootte A t/m Rastergrootte E hebt u de mogelijkheid vijf verschillende rastergroottes als standaard in te stellen. In de layoutruimte selecteert u de rastergrootte via de bijbehorende knoppen t/m op de werkbalk "Beeld".
Groepsveld Vereenvoudigde weergave toepassen op
Hier definieert u welke componenten in de layoutruimte door de functie Vereenvoudigde weergave bij de detaillering van de afbeelding gereduceerd moeten worden weergegeven:
- Klemmenstroken (blokdefinitie): als dit selectievakje is ingeschakeld (standaardinstelling), worden klemmenstroken als een vereenvoudigd blok weergegeven.
- 3D-macro's: als dit selectievakje is ingeschakeld (standaardinstelling), worden grafische macro's, rails en draadkokers als een blokje weergegeven.
In de layoutruimte activeert u de hier gedefinieerde weergave met de menuopdrachten Beeld > Vereenvoudigde weergave of in de layoutruimte-navigator met Snelmenu > Vereenvoudigde weergave.
Draaien bij het wisselen van viewpoints:
Bij het wisselen van het 3D-viewpoint wordt het beeld in animatievorm in de nieuwe positie gedraaid. Als het selectievakje wordt uitgeschakeld, schakelt het beeld zonder beweging om.