In dit dialoogvenster selecteert u een waardenset van een tijdelijke aanduiding-object. Daardoor krijgen de eigenschappen waaraan een variabele is toegewezen de waarden van de waardenset.

Als u voor een variabele op het tabblad Waarde het selectievakje Aanpasbaar hebt inschakelt, kunt u voor deze variabele de waarde in de geselecteerde waardenset nog aanpassen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Filter:

Geef in dit veld de tekst op waarop de waardensets moeten worden gefilterd. In de vervolgkeuzelijst Waardenset worden dan nog alleen die waardensets weergegeven waarbij de waardensetnaam of een bijbehorende waarde de ingevoerde tekst bevat.

Wanneer u weer naar de oorspronkelijke selectie wilt terugkeren, verwijdert u de tekst in het invoerveld. Klik daartoe bijvoorbeeld op (Verwijderen).

Waardenset:

Selecteer hier de naam van een waardenset voor het tijdelijke aanduiding-object.

Tabel:

Tabelcellen met waarden kunnen alleen bij aanpasbare variabelen worden bewerkt.

De tabel bevat de volgende kolommen:

• Rij: toont een doorlopend rijnummer.
• Variabele: hier worden de bestaande variabelen weergegeven.
• <Waardenset>: hier worden de waarden van de geselecteerde waardenset weergegeven. Waarden van variabelen die in het eigenschappendialoogvenster van het tijdelijke aanduiding-object als aanpasbaar zijn ingesteld, kunnen hier worden gewijzigd.
  Daardoor wordt een nieuwe gebruikergedefinieerde waardenset gemaakt en wordt voor de naam van de oorspronkelijk geselecteerde waardenset de prefix "Gebruikergedefinieerd" gezet. Door de oorspronkelijke waardenset opnieuw te selecteren, wordt de gebruikergedefinieerde waardenset weer verwijderd.

Snelmenu:

Het snelmenu stelt - afhankelijk van het veldtype (bijv. datum, hele getallen, meertalig) - menuopdrachten ter beschikking, waarmee u afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld de weergave van tabellen kunt beïnvloeden of de waarden in velden kunt bewerken. Een overzicht van deze snelmenuopdrachten vindt u in de paragraaf Snelmenuopdrachten.

Variabelen voor project- en pagina-eigenschappen weergeven:

Dit selectievakje is alleen beschikbaar wanneer in het tijdelijke aanduiding-object voor minimaal een project- of pagina-eigenschap een variabele is ingevoerd.

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de variabelen voor project- en / of pagina-eigenschappen weergegeven en worden de waarden van de geselecteerde waardenset voor deze variabelen aan het betreffende project en / of aan de betreffende pagina's overgedragen.

Sectievergroting:

In het voorbeeld wordt de pagina / layoutruimte weergegeven waarop het tijdelijke aanduiding-object is ingevoegd. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het bereik met het geselecteerde tijdelijke aanduiding-object en de bijbehorende objecten vergroot weergegeven.

Zie ook

Tabblad Tijdelijke aanduiding-object

Tijdelijke aanduiding-objecten genereren

Waardenset aan een tijdelijke aanduiding-object toewijzen