Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

P004101: Het bouwgroepen-rack '<x>' is niet via een busuitbreidingskabel met alle andere bouwgroepen-racks van het station '<y>' verbonden

Oorzaken

Mogelijkheid 1

Binnen een configuratieproject is een bouwgroepen-rack niet met de andere bouwgroepen-racks van hetzelfde station verbonden.

Mogelijkheid 2

Binnen een configuratieproject is een bouwgroepen-rack via een andere verbinding als een busuitbreidingskabel met de andere bouwgroepen-racks van hetzelfde station verbonden. Dat wil zeggen dat aan minimaal een van de met elkaar verbonden busaansluitingen niet de bussysteeminstelling "Local-Bus: Uitbreiding" is toegekend. Deze instelling is vereist wanneer de bouwgroepen-racks aan hetzelfde station zijn toegekend.

Oplossing

Mogelijkheid 1

  1. Bepaal de locatie van de PLC-kast van het bouwgroepen-rack '<x>' in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
  2. Verbind een busaansluiting van dit bouwgroepen-rack met een busaansluiting van een ander bouwgroepen-rack binnen hetzelfde station zodat er autoconnecting-lijnen worden gevormd.
  3. Open het eigenschappendialoogvenster van de eerste busaansluiting.
  4. Klik op het tabblad Busgegevens.
  5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bussysteem de waarde "Local-Bus: Uitbreiding".
  6. Klik op [OK].
  7. Herhaal de onder punt 3 tot punt 6 beschreven instellingen voor de tweede busaansluiting.
  8. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.

Mogelijkheid 2

  1. Bepaal de locatie van de PLC-kast van het bouwgroepen-rack '<x>' in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
  2. Open het eigenschappendialoogvenster van de busaansluiting die met een busaansluiting van een ander bouwgroepen-rack binnen hetzelfde station is verbonden.
  3. Klik op het tabblad Busgegevens.
  4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bussysteem de waarde "Local-Bus: Uitbreiding".
  5. Klik op [OK].
  6. Bepaal de locatie van de met de eerste busaansluiting verbonden busaansluiting in het schema door in het snelmenu van het meldingenbeheer de functie Ga naar tweede coördinaat te kiezen.
  7. Herhaal de onder punt 2 tot punt 5 beschreven instellingen ook voor deze busaansluiting.
  8. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.

Mogelijkheid 3

  1. Open het eigenschappendialoogvenster van de PLC-kast voor een van beide bouwgroepen-racks.
  2. Klik op het tabblad PLC-structuurgegevens.
  3. Wijzig de stationsnaam.
  4. Klik op [OK].
  5. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.