Oorzaak
De aansluitmaat bij de doel- of bronaansluiting van een verbinding / slangleiding komt niet overeen met de aansluitmaat van de aangesloten functie. In de tijdelijke aanduiding <x> wordt de aansluitmaat aan de bron- of doelzijde van de verbinding / slangleiding aangegeven, terwijl in de tijdelijke aanduiding <y> de aansluitmaat wordt aangegeven van de functie die de bron of het doel van de verbinding / slangleiding is.
Oplossing
- Bepaal de locatie van de verbinding / slangleiding in het schema met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer. Spring met de snelmenuopdracht Ga naar tweede coördinaat naar de aangesloten functie.
- Open na elkaar het eigenschappendialoogvenster van het verbindingsdefinitiepunt / de slangleiding en de functie die de bron of het doel van de verbinding is.
- Maak de waarden van de aansluitmaten bij de bron- of doelaansluiting van de verbinding / slangleiding en / of bij de functie gelijk. Bij de verbinding / slangleiding zijn hiervoor de eigenschappen Aansluitmaat bron / Aansluitmaat doel beschikbaar, bij de functie vindt u de eigenschap Aansluitmaat (alle). Let erop dat bij alle waarden de hoofdletters en kleine letters identiek zijn.
- Wanneer u de aansluitmaten via de apparaat- of artikelselectie aan de verbinding / slangleiding en / of functie hebt overgedragen, selecteert u de betreffende artikelen met overeenstemmende waarden.
- Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.