Oorzaak

Op een montageoppervlak is een uitsparing als gebruikergedefinieerde contour zonder NC-record geplaatst.

Oplossing

Definieer een NC-record voor de gebruikergedefinieerde contour. Ga daarbij als volgt te werk:

1. Bepaal de locatie van de contour in de layoutruimte met de functie Ga naar (tekening) in het snelmenu van het dialoogvenster Meldingenbeheer.
2. Open het dialoogvenster Eigenschappen <...> van de gebruikergedefinieerde contour en noteer de naam van het in het veld Contour weergegeven bestand van het bestandstype *.fc1.
3. Sluit het eigenschappendialoogvenster met [Annuleren].
4. Kies de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Openen.
5. Selecteer in het dialoogvenster Contour openen de naam van het bestand die u hebt genoteerd en klik op [Openen].
   
   De gebruikergedefinieerde contour wordt in de contoureditor geopend.
6. Kies de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Openen > Record genereren > NC-Steinhauer of Rittal - Perforex / Secarex.
7. Selecteer in het dialoogvenster NC-contourrecord <...> de machine, de frees en het aanloopproces en bevestig uw gegevens met [OK].
8. Definieer met de cursor het startpunt van de frees voor de gebruikergedefinieerde contour.
   
   De freestrajecten en boorpunten worden in kleur weergegeven.
9. Kies de menuopdrachten Hulpprogramma's > Stamgegevens > Contour (NC-gegevens) > Sluiten en bevestig de volgende systeemmelding voor synchronisatie van stamgegevens met [Ja].
   
   In het contourbestand *.fc1 wordt nu een NC-record gegenereerd.
10. Plaats de gebruikergedefinieerde contour opnieuw op het montageoppervlak.
    
11. Start vervolgens een nieuwe controleprocedure.