Export Rittal - Perforex BC / Secarex
- Opties > Instellingen > Bedrijf > Mechanische bewerking > Export Rittal - Perforex BC / Secarex. Kies het tabblad Gereedschap.
- Hulpprogramma's > Productiegegevens > Mechanische bewerking > Export Rittal - Perforex BC / Secarex. Klik naast het veld Machine op [...]. Kies het tabblad Gereedschap.
Op dit tabblad definieert u de gereedschapsconfiguratie van de machine. De configuratie hangt af van de specifieke machine.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Met dit selectievakje kunt u de gewenste frees inschakelen. Op die manier is het mogelijk om meerdere frezen te definiëren en te bepalen welke frees er voor het exporteren wordt gebruikt. Bij alle andere gereedschapstypen is het selectievakje uitgeschakeld.
Door middel van het nummer wordt het gereedschap toegewezen aan de uitrusting van de machine. Er kunnen hele, positieve getallen worden opgegeven.
In een vervolgkeuzelijst kunt u het gereedschapstype "Boor", "Draadtap" of "Frees" selecteren.
Diameter van het gereedschap, bijvoorbeeld van de boor. Er kunnen positieve getallen worden opgegeven. Cijfers achter de komma zijn toegestaan.
Opmerking:
Om te voorkomen dat de contour bij het aanlopen van het freesgereedschap niet correct wordt uitgevoerd, gelden voor contouren met geringe hoogte de volgende voorwaarden:
- Slobgaten worden alleen geëxporteerd wanneer de hoogte minimaal 0,2 mm groter is dan grootste van de beide diameters van de frees / voorboor.
- Rechthoeken worden alleen geëxporteerd wanneer de hoogte minimaal 2 mm groter is dan de diameter van de frees / voorboor.
- Zeshoeken en achthoeken worden alleen geëxporteerd wanneer de kantlengte minimaal 2 mm groter is dan de diameter van de frees / voorboor.
- Afrondingen of afschuiningen bij rechthoeken worden bij de NC-export Rittal - Perforex / Secarex niet geëxporteerd wanneer de afschuinradius groter is dan afrondingsradius of de afschuinbreedte.
Als het oppervlak van het werkstuk onregelmatig is, kan het freesgereedschap bij het bewegen van contour naar contour beschadigd raken. Met deze instelling kunt u definiëren hoe hoog het gereedschap bij de tussenbewegingen ten opzichte van het werkstuk moet worden opgetild.
Z hoog is de waarde waarmee de frees boven het werkstuk wordt verplaatst, dus de hoogte waarop de punt van de frees wordt verplaatst als het gereedschap niet aan het verspanen is (bijvoorbeeld bij een element). Er kunnen positieve getallen worden opgegeven.
Het freesgereedschap wordt niet constant op dezelfde diepte over het werkstuk geleid, aangezien het daardoor sneller kapot zou gaan. Het freesgereedschap volgt de freescontour in een golfbeweging en met deze instelling wordt gedefinieerd met welke penetratiediepten het materiaal wordt bewerkt.
Z diep 1 en Z diep 2 beschrijven de penetratiediepten van de frees (onder de oppervlakte van het werkstuk). De frees beweegt zich tussen deze waarden om ervoor te zorgen dat deze gelijkmatiger afslijt. Er kunnen negatieve getallen worden opgegeven.
De fabrikant van de machine adviseert de waarden -4 en -7.
Gereedschapsnummer van de voorboor:
Het bij de machine gedefinieerde gereedschapnummer van de voorboor. In het schema "Standaard" is voor dit gereedschap een frees gedefinieerd. Er kunnen hele, positieve getallen worden opgegeven.
Grondstofcode, die op het tabblad Algemeen van een grondstofnummer aan de machine is toegewezen. Deze toewijzing geldt alleen voor frezen.
Export Rittal - Perforex LC / Secarex
- Opties > Instellingen > Bedrijf > Mechanische bewerking > Export Rittal - Perforex LC / Secarex. Kies het tabblad Gereedschap.
- Hulpprogramma's > Productiegegevens > Mechanische bewerking > Rittal - Perforex LC / Secarex. Klik naast het veld Machine op [...]. Kies het tabblad Gereedschap.
Op dit tabblad definieert u de gereedschapsconfiguratie van de machine. Er zijn instelmogelijkheden voor draadtabs beschikbaar.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Door middel van het nummer wordt het gereedschap toegewezen aan de uitrusting van de machine. Er kunnen hele, positieve getallen worden opgegeven.
In een vervolgkeuzelijst kunt u het gereedschapstype "Niet gedefinieerd" of "Draadtap" selecteren.
Diameter:
Diameter van de draadtab. Er kunnen positieve getallen worden opgegeven. Cijfers achter de komma zijn toegestaan.
NC-export Steinhauer
- Opties > Instellingen > Bedrijf > Mechanische bewerking > NC-Steinhauer. Kies het tabblad Gereedschap.
- Hulpprogramma's > Productiegegevens > Mechanische bewerking > NC-Steinhauer. Klik naast het veld Machine op [...]. Kies het tabblad Gereedschap.
Op dit tabblad definieert u de gereedschapsconfiguratie van de machine. De configuratie hangt af van de specifieke machine.
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Met dit selectievakje kunt u de gewenste frees inschakelen. Op die manier is het mogelijk om meerdere frezen te definiëren en te bepalen welke frees er voor het exporteren wordt gebruikt. Bij alle andere gereedschapstypen is het selectievakje uitgeschakeld.
Door middel van het nummer wordt het gereedschap toegewezen aan de uitrusting van de machine. Er kunnen hele, positieve getallen worden opgegeven.
In een vervolgkeuzelijst kunt u het gereedschapstype "Boor", "Draadtap" of "Frees" selecteren.
Diameter van het gereedschap, bijvoorbeeld van de boor. Er kunnen positieve getallen worden opgegeven. Cijfers achter de komma zijn toegestaan.
Als het oppervlak van het werkstuk onregelmatig is, kan het freesgereedschap bij het bewegen van contour naar contour beschadigd raken. Met deze instelling kunt u definiëren hoe hoog het gereedschap bij de tussenbewegingen ten opzichte van het werkstuk moet worden opgetild.
Z hoog is de waarde waarmee de frees boven het werkstuk wordt verplaatst, dus de hoogte waarop de punt van de frees wordt verplaatst als het gereedschap niet aan het verspanen is (bijvoorbeeld bij een element). Er kunnen positieve getallen worden opgegeven.
Het freesgereedschap wordt niet constant op dezelfde diepte over het werkstuk geleid, aangezien het daardoor sneller kapot zou gaan. Het freesgereedschap volgt de freescontour in een golfbeweging en met deze instelling wordt gedefinieerd met welke penetratiediepten het materiaal wordt bewerkt.
Z diep 1 en Z diep 2 beschrijven de penetratiediepten van de frees (onder de oppervlakte van het werkstuk). De frees beweegt zich tussen deze waarden om ervoor te zorgen dat deze gelijkmatiger afslijt. Er kunnen negatieve getallen worden opgegeven.
De fabrikant van de machine adviseert de waarden -4 en -7.
Gereedschapsnummer van de voorboor:
Het bij de machine gedefinieerde gereedschapnummer van de voorboor. In het schema "Standaard" is voor dit gereedschap een frees gedefinieerd. Er kunnen hele, positieve getallen worden opgegeven.
Grondstofcode voor frezen, die op het tabblad Algemeen van een grondstofnummer aan de machine is toegewezen. Deze toewijzing geldt alleen voor frezen.