In de actuele versie zijn verder de volgende optimaliseringen voor het EPLAN platform en uw producten gerealiseerd:
EPLAN platform
- Gebruikersinterface: het startdialoogvenster Menuomvang selecteren, waarmee door middel van een gebruikersmodus de omvang van de weergegeven menu's kon worden weergegeven, is uit de gebruikersinterface verwijderd. De menuomvang kan nog steeds met het EPLAN-rechtenbeheer worden ingeperkt.
- Gebruikersinterface: in het dialoogvenster Eigenschapselectie (en vergelijkbare dialoogvensters) wordt bij een geselecteerde eigenschap nu onderin het dialoogvenster aanvullende informatie over deze eigenschap weergegeven (de ID, de code en de bijbehorende beschrijving van de eigenschap).
- Gebruikersinterface: om in een uitgevouwen boom van een boomweergave alle geopende hiërarchieniveaus weer samen te vouwen, kunt u nu de toets [÷] op het numerieke toetsenbord gebruiken.
- Backup: bij het terugzetten van projecten wordt nu ook de projectbeschrijving weergegeven. Het dialoogvenster Project terugzetten is hiertoe in het veld Projecten met de nieuwe kolom Projectbeschrijving uitgebreid. De weergave van deze informatie vereenvoudigt het selecteren van een gebackupt project.
- Grafisch voorbeeld: wanneer u in het grafisch voorbeeld op een pagina dubbelklikt, wordt deze pagina in de grafische editor geopend. Om een in het voorbeeld weergegeven pagina in een nieuw venster te openen, houdt u bij het dubbelklikken de toets [Shift] ingedrukt.
- Grafisch voorbeeld: het grafisch voorbeeld reageert nu ook op de selectie in het dialoogvenster Afbreekpunten sorteren en toont de betreffende pagina met het geselecteerde afbreekpunt.
- Projectgegevens-navigators: in de boomweergaven van gefilterde navigators blijft een markering nu ook behouden wanneer u het filter uitschakelt.
- Instellingen: de voor de projectgroepen in het dialoogvenster Instellingen: Projectgroepen (definitie) geselecteerde en geactiveerde kleur, wordt nu ook voor projectspecifieke instellingen in het instellingsdialoogvenster weergegeven. Wanneer een gebruiker meerdere projecten heeft geopend, kan hij daardoor sneller herkennen voor welk project hij op dat moment instellingen aanbrengt.
- Instellingen: de gebruikergedefinieerde instelling Schuifbalken weergeven is nu standaard uitgeschakeld (menupad: Opties > Instellingen > Gebruiker> Weergave > Algemeen). Hierdoor worden de schuifbalken in de editors standaard niet weergegeven.
- Instellingen: In het dialoogvenster Instellingen: Talen is het overbodige groepsvak Help-systeem verwijderd (menupad: Opties > Instellingen > Gebruiker > Weergave > Talen). Bij het oproepen wordt de Help via een internetverbinding in de betreffende dialoogtaal geopend. Binnen het Help-systeem is het mogelijk om met behulp van een knop tussen alle beschikbare talen te wisselen.
- Instellingen: wanneer u voor een reeds ingevoegd symbool vanuit het tabblad Symbool- / functiegegevens het dialoogvenster Symboolselectie opent om het symbool uit te wisselen, is in dit dialoogvenster de instelling Alleen symbool uitwisselen beschikbaar. Om te voorkomen dat functiedefinities per ongeluk worden gewijzigd, is deze instelling nu standaard geactiveerd.
- Verbindingen: het dialoogvenster Verbindingscodes overdragen wordt nu ook geopend wanneer een verbindingscode bij de directe bewerking of bij de bewerking in een tabel wordt gewijzigd. In dit dialoogvenster definieert u aan welke andere verbindingen een gewijzigde verbindingscode automatisch wordt overgedragen. Om dit dialoogvenster te openen, moet in de gebruikersinstellingen in het dialoogvenster Instellingen: Verbindingssymbolen het selectievakje Verbindingscodes overdragen naar omvang zijn ingeschakeld.
- Revisiebeheer: wanneer u nu na het genereren van de eerste revisie voor een project de weergave van de revisiemarkeringen met de menuopdrachten Beeld > Revisiemarkeringen uitschakelt, blijft deze instelling bij het genereren van volgende revisies bewaard. De revisiemarkeringen worden alleen nog bij het genereren van de eerste revisie automatisch ingeschakeld.
- Formuliereditor: in de dynamische formulieren voor de verbindingslijst worden in de eigenschapselectie voor het dialoogvenster Wijziging van de eigenschap nu ook de blokeigenschappen ter selectie aangeboden. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld een spatie in een verbindingslijst uitvoeren, wanneer de waarde van een bepaalde blokeigenschap verandert.
EPLAN Electric P8
- Topologie: de eigenschap Topologie: Verbindingsfilter (ID 20247) kan nu als kolom in de lijstweergave van de topologie-navigator en bij de bewerking in een tabel worden weergegeven. Hierdoor kunt u eenvoudiger herkennen voor welke routeringspaden een verbindingsfilter is gedefinieerd en kunt u het daar bewerken.
- Topologie: bij het routeren worden de bij de routeringspaden ingestelde filters nu ook gebruikt wanneer de te routeren verbinding een routeringstraject-standaard heeft (d.w.z. dat de eigenschap Topologie: Routeringstraject-standaard (ID 31119) gevuld is).
EPLAN Pro Panel
- 3D-montageopbouw: bij het plaatsen van een extrusiecontour als gebruikergedefinieerde rail in een layoutruimte wordt de componentbeschrijving nu automatisch uit de beschrijving van de contour gegenereerd. In de contoureigenschappen voert u deze beschrijving in de eigenschap Beschrijving (formulier, plotkader, contour, verloop) (ID 18011) in.
- 3D-montageopbouw: bij het invoegen van een montageplaat is het selectievakje In kasthiërarchie opnemen in de plaatsingsopties nu standaard ingeschakeld. Hierdoor worden montageplaten nu bij het invoegen in een schakelkast automatisch in de hiërarchie onder de schakelkast opgenomen, zonder dat u hiervoor het dialoogvenster Plaatsingsopties hoeft te openen.
- 3D-montageopbouw: het plaatsen van elektrotechnische modulen in de layoutruimte en het vervolgens routeren van verbindingen voor deze artikelplaatsingen zijn verbeterd.
- 3D-montageopbouw: de toebehoren van lengtevariabele componenten kunnen nu eveneens met variabele lengte worden ingevoegd. Op deze manier is het nu bijvoorbeeld mogelijk om voor een verzamelrailsysteem een afdekking via de toebehorenselectie te selecteren en met variabele lengte op het verzamelrailsysteem te plaatsen.
- Montagehulp: bij het verplaatsen van een montagehulp (montagepunt, montagelijn, handle of basispunt) in een macroproject van het ene montageoppervlak naar een ander, wordt - indien de optie Montageoppervlak-snap is ingeschakeld - de montagehulp nu direct onder het nieuwe montageoppervlak geplaatst.
- Layoutruimte-navigator: in de layoutruimte-navigator is het nu mogelijk om gericht te filteren op de montagehulp (montagepunten, montagelijnen etc.) die in een project wordt gebruikt. Hiervoor is het voorgedefinieerde schema "Montagehulp" beschikbaar.
- Layoutruimte-navigator: tijdelijke aanduiding-objecten worden nu in de layoutruimte-navigator altijd weergegeven en kunnen – onafhankelijk van de betreffende licentie - daar ook worden verwijderd.
- Routeren van verbindingen: de kanten van routeringsverbindingen worden nu niet meer in zwart maar in de betreffende verbindingskleur weergegeven. Hierdoor kan ook de weergave van verbindingen in EPLAN Smart Wiring (bij een kleine zoomfactor) worden verbeterd.
- Stamgegevens voor EPLAN Pro Panel: bij de import van onderdeelgegevens kunnen onderdelen (bijvoorbeeld montagerails, draadkokers etc.) nu ook met lengte-informatie worden geïmporteerd en vervolgens met de betreffende lengte in een layoutruimte worden ingevoegd.
- Stamgegevens voor EPLAN Pro Panel: de contouren voor de "NC-recordgenerering" behoren nu net als de extrusiecontouren tot de projectstamgegevens en worden bij het plaatsen in een layoutruimte in het project opgeslagen. Deze contouren worden nu ook in het dialoogvenster Synchronisatie van stamgegevens - <Projectnaam> weergegeven en kunnen samen met het project worden doorgegeven.
- Stamgegevens voor EPLAN Pro Panel: bij een artikelplaatsing in de layoutruimte kunnen nu maximaal 50 artikelen worden opgeslagen. Hierdoor worden bij een import van onderdelen alle artikelen met dezelfde ODC (bijvoorbeeld een schakelkast en zijn toebehoren) aan dezelfde artikelplaatsing overgedragen.
- Productiegegevens
"Rittal - Perforex LC / Secarex" : bij de productiegegevensexport"Rittal - Perforex LC / Secarex" worden de gegevens nu voor een onderdeelbewerking gegenereerd. Afneembare schakelkastcomponenten (deur, montageplaat etc.) kunnen daardoor met het laser bewerkingscentrum afzonderlijk worden bewerkt. - Productiegegevens boorsjablonen: bij de productiegegevensexport van boorsjablonen worden de gegevens nu uitgevoerd in de eenheid die als weergave-eenheid is ingesteld. Hierdoor is nu ook een export in de eenheid "Inch" mogelijk.
- Productiegegevens boorsjablonen: bij de productiegegevensexport van boorsjablonen kunt u de verschillende uitsparingstypen nu in verschillende kleuren uitvoeren. De definitie van de betreffende kleuren vindt plaats in het layerbeheer met behulp van de vier nieuwe layers "EPLAN691", "EPLAN692", "EPLAN693" en "EPLAN694", die in het layerbeheer onder het knooppunt "Grafisch > Boorsjabloon > Mechanische bewerking" beschikbaar zijn.
- Productiegegevens
"CadCabel" : bij de productiegegevensexport van draadconfectioneringsgegevens voor"CadCabel" worden nu niet alleen verbindingscodes in hele getallen, maar ook verbindingscodes met decimaalscheidingstekens of andere scheidingstekens ondersteund (bijvoorbeeld "10.25" of "10/25"). - Meldingenbeheer: met behulp van de nieuwe controleprocedure 026105 uit de meldingsklasse 026 "3D-montageopbouw" kunt u controleren of er binnen een project, een layoutruimte etc. lengtevariabele componenten voorkomen (draadkokers, montagerails, verzamelrails, C-profielrails, gebruikergedefinieerde rails), die dezelfde onderdeelcode hebben.
- Meldingenbeheer: met behulp van de controleproceduremelding 026017 wordt de coderingsstructuur bij de artikelplaatsing vergeleken met die van het bijbehorende montageoppervlak. Deze controleproceduremelding gedraagt zich nu net als de controleproceduremelding 012008. Daarbij wordt niet meer de gehele coderingsstructuur van een onderdeel, maar alleen nog de overeenstemming van de afzonderlijke codeblokken gecontroleerd. Ontbrekende codeblokken worden daarbij genegeerd.
- Meldingenbeheer: voor de productiegegevensexport via de nieuwe interface naar de draadconfectioneringsautomaten "Rittal - Wire Terminal WT" is de controleprocedure 026072 met twee controlecriteria uitgebreid. Expliciet voor deze nieuwe interface worden nu meldingen uitgevoerd wanneer de verbindingskleur ontbreekt of wanneer de minimale verbindingsdoorsnede wordt onderschreden.
EPLAN Preplanning
- Segmentsjabloon-navigator: in de boom van de segmentsjabloon-navigator is nu ook de snelmenuopdracht Weergave configureren beschikbaar. Met behulp van het gelijknamige vervolgdialoogvenster kunt u de boomweergave voor segmentsjablonen, buisklassen en substanties wijzigen.
- Controle van de pre-planning: een controle op meervoudige segmenten, structuurcodes of identificerende codes door de controleprocedures 28001, 28002, 28003 en 28018 was tot dusver alleen mogelijk wanneer de controleprocedures op het gehele project werden toegepast of wanneer er een selectie in de pre-planning navigator was gemaakt. Met de nieuwe versie wordt nu ook een pagina gecontroleerd, wanneer op de pagina betreffende segmenten of met de pre-planning gekoppelde objecten zijn geselecteerd. Dit functioneert voor pre-planning- en P&I-schemapagina's en bij gekoppelde objecten voor schemapagina's of in de geopende layoutruimte. In het kader van deze vernieuwing zijn de controleprocedures 28001 en 28002 met het controletype "Fouten voorkomen" uitgebreid.
- Detailplanning maken: bij het knippen en plakken van schemasymbolen of secties in het P&I-schema blijven de koppelingen naar de segmenten in de pre-planning behouden. Dit functioneert nu ook voor het knippen en plakken in de layoutruimte of op andere schemapagina's (paginatypen "Schema meerlijnig", "Schema enkellijnig" etc.).