Hulpprogramma's > Artikel > Beheer. U hebt in de boom of in de lijst een artikel van de producthoofdgroep "Elektrotechniek" of "Fluid" geselecteerd.
Diverse normen en richtlijnen (bijvoorbeeld machinerichtlijn 2006/42/EG) eisen dat de uitvalwaarschijnlijkheden van machines en veiligheidsfuncties moeten kunnen worden berekend. Daarom geven fabrikanten van apparaten voor hun apparaten / componenten de veiligheidsgerelateerde waarden aan. Zo geeft de waarde "
Een complete installatie bestaat uit een groot aantal apparaten met verschillende veiligheidsgerelateerde waarden. Afhankelijk van de toepassing zijn er voor de complete installatie verschillende waarden voor uitval van deze installatie. Deze waarden worden na de engineering met hulpprogramma's berekend. Voor de berekening moeten de waarden van alle gebruikte apparaten bekend zijn.
Op dit tabblad voert u de veiligheidsgerelateerde waarden in. Deze gegevens kunnen per artikel vaker worden gedefinieerd.
Tip:
U kunt veiligheidsgerichte waarden handmatig invoeren, maar u kunt ze ook in het artikelbeheer importeren; dat is nog eenvoudiger en comfortabeler. Fabrikanten van apparaten stellen de veiligheidsgerelateerde waarden in het uniforme XML-uitwisselingsformaat van het
Om reeds bestaande artikelen te kunnen aanvullen met veiligheidsgerelateerde waarden, beschikt het dialoogvenster Records importeren over het bestandstype "
Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:
Het gebruik van een apparaat wordt als een zogeheten "toepassing" aangeduid. Elke toepassing bezit een eigen set veiligheidsgerelateerde waarden. Dat betekent dat, afhankelijk van de wijze waarop een apparaat wordt gebruikt, verschillende veiligheidsgerelateerde waarden moeten worden gehanteerd. Door een apparaat op verschillende manieren te gebruiken, kunnen verschillende toepassingen ontstaan. Zo kan een aandrijving bijvoorbeeld met en zonder rem worden gebruikt; beide toepassingen hebben dan verschillende veiligheidsgerelateerde waarden.
De toepassingen kunnen worden gestructureerd in maximaal vijf hiërarchieniveaus. Er is minimaal één hiërarchieniveau vereist. De veiligheidsgerelateerde waarden bevinden zich in het onderste hiërarchieniveau. Wanneer toepassingen beschikken over hiërarchieniveaus met dezelfde codering, ontstaat een boomstructuur.
Hiërarchieniveau 1 |
Hiërarchieniveau 2 |
Hiërarchieniveau 3 |
---|---|---|
Aandrijving 1 | ||
zonder rem | ||
1-kanaals | ||
2-kanaals | ||
Aandrijving 2 |
De toepassingen Aandrijving 1 > zonder rem > 1-kanaals en Aandrijving 1 > zonder rem > 2-kanaals verschillen van elkaar op het derde hiërarchieniveau. Op dit hiërarchieniveau bevinden zich de veiligheidsgerelateerde waarden. De bovenstaande afbeelding verduidelijkt de boomstructuur.
Bij een toepassing die slechts over één hiërarchieniveau beschikt (bijvoorbeeld Aandrijving 2), bevinden de veiligheidsgerelateerde waarden zich op dit hiërarchieniveau.
Ingang (registreren) / Logica (verwerken) / Uitgang (reageren):
Functiebereiken (veiligheidsrelevante delen van een besturing, deelsystemen) van de veiligheidsfunctie: het betreffende apparaat wordt door deze onderverdeling functioneel binnen de veiligheidsfunctie toegekend; bijvoorbeeld een positieschakelaar wordt als ingang ("registreren") aangegeven. Houd er rekening mee dat voor elke toepassing minstens een van deze functiebereiken moet zijn geselecteerd.
Veiligheidsgerelateerde waarden:
In de velden voor de eigenlijke veiligheidsgerelateerde waarden worden de volgende afkortingen gebruikt:
PL: Geeft de geschiktheid van veiligheidsgerelateerde delen van een besturing aan, om een veiligheidsfunctie onder voorzienbare omstandigheden uit te voeren (afkorting voor de Engelse aanduiding "Performance Level ").MTTF: Gemiddelde tijd tot uitval (afkorting voor de Engelse aanduiding "Mean Time To Failure ").SIL CL: SIL -limiet (afkorting voor de Engelse aanduiding "Safety Integrity Level Claim Limit "). Het veiligheidseisenniveauSIL (afkorting voor de Engelse aanduiding "Safety Integrity Level ") definieert de eisen waaraan de veiligheidsfuncties van een besturingssysteem moeten voldoen. Daarbij komt niveau 1 overeen met de laagste eisen, niveau 4 met de hoogste. DeSIL -limiet is de maximaleSIL , die van een deelsysteem wordt verlangd.MTBF: Gemiddelde tijd tussen twee uitvallen (afkorting voor de Engelse aanduiding "Mean Time Between Failures ").PFHD: Gemiddelde waarschijnlijkheid van gevaarlijke uitval (afkorting voor de Engelse aanduiding "Probability of dangerous Failure per Hour ").RDF: Procentueel aandeel van gevaarlijke uitvallen ten opzichte van alle uitvallen (afkorting voor de Engelse aanduiding "Ratio of Dangerous to all Failures ").TMT1: Gebruiksduur, "Mission Time "; Proof-Test interval.B10: Gemiddeld aantal cycli, tot 10% van de componenten is uitgevallen.MTTFD: Gemiddelde tijd tot gevaarlijke uitval (afkorting voor de Engelse aanduiding "Mean Time To dangerous Failure ").B10D: Gemiddeld aantal cycli tot 10% van de componenten gevaarlijk is uitgevallen.Lambda-D: Aantal gevaarlijke uitvallen.
Snelmenu:
Het snelmenu stelt - afhankelijk van het veldtype (bijv. datum, hele getallen, meertalig) - menuopdrachten ter beschikking, waarmee u afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld de weergave van tabellen kunt beïnvloeden of de waarden in velden kunt bewerken. Een overzicht van deze snelmenuopdrachten vindt u in de paragraaf Snelmenuopdrachten.
Zie ook