Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Functiesjablonen en PLC-adressen van planningsobjecten plaatsen

U kunt vanuit de pre-planning navigator de aan een planningsobject toegekende functiesjablonen en PLC-adressen zo vaak u wilt op een projectpagina plaatsen. Het maakt daarbij niet uit of deze objecten geplaatst of niet geplaatst zijn of dat het weergavetype verschillend is. Bij het plaatsen geeft u het weergavetype op. Het gegenereerde weergavetype is onafhankelijk van het paginatype waarop het object wordt geplaatst.

Bij een meervoudige selectie is plaatsen alleen mogelijk wanneer gelijksoortige objecten zijn geselecteerd.

Voorwaarden:

Hieronder wordt het plaatsen met het weergavetype "Meerlijnig" beschreven. Het plaatsen in andere weergavetypen gebeurt op dezelfde manier.

Functiesjablonen plaatsen

Bij het plaatsen van planningsobjecten worden alle functiesjablonen geplaatst die bij de planningsobjecten zijn opgeslagen. Deze sjablonen kunnen direct bij het planningsobject zijn ingevoerd of afkomstig zijn van een artikel dat daar is opgeslagen.

Bij het plaatsen van afzonderlijke functiesjablonen worden de bijpassende functies bepaald en geplaatst.

  1. Selecteer een planningsobject of afzonderlijke functiesjablonen in de pre-planning navigator.
  2. Kies de snelmenuopdracht Plaatsen.

    De functies die bij de sjablonen zijn gevonden, 'hangen' aan de cursor en kunnen na elkaar worden geplaatst.

    Wanneer er bij een sjabloon geen functie wordt gevonden, wordt de symboolselectie geopend.
  3. Plaats de functies een voor een in het schema.

    De functies die bij het plaatsen zijn ontstaan, worden gekoppeld met het planningsobject van waaruit ze werden geplaatst.

PLC-adressen plaatsen

Bij het plaatsen van PLC-adressen wordt de bijbehorende functiedefinitie uit de eigenschappen Gegevenstype en Richting bepaald. De symbolen voor de PLC-aansluitingen die bij de functiedefinities passen, worden geplaatst. Daarbij worden de functiedefinities met een aansluiting gebruikt.

  1. Selecteer een of meerdere PLC-adressen in de pre-planning navigator.
  2. Kies de snelmenuopdracht Plaatsen.

    De functies die bij de PLC-adressen zijn gevonden, 'hangen' aan de cursor en kunnen na elkaar worden geplaatst.

    Wanneer er bij een PLC-adres geen functie wordt gevonden, wordt de symboolselectie geopend.
  3. Plaats de functies een voor een in het schema.

    De functies die bij het plaatsen zijn ontstaan, worden gekoppeld met het planningsobject van waaruit ze werden geplaatst.

Tip:

U kunt planningsobjecten, functiesjablonen en PLC-adressen met slepen & neerzetten plaatsen door een geselecteerd object vanuit de navigator op uw geopende pagina in de grafische editor te slepen. Hierbij wordt automatisch het weergavetype van de functie afhankelijk van het paginatype bepaald.

Macro's plaatsen

Bij het plaatsen van macro's wordt de artikelmacro in het geselecteerde weergavetype gezocht en geplaatst.

  1. Selecteer een planningsobject in de pre-planning navigator.
  2. Kies de snelmenuopdracht Plaatsen.

    Het dialoogvenster Apparaat / Onderdeel plaatsen wordt geopend. De artikelmacro is vooringesteld.
  3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Weergavetype de invoer "Meerlijnig" en klik op [OK] om de macro op een meerlijnige schemapagina te plaatsen.

    Het symbool van de bij het planningsobject opgeslagen artikelmacro 'hangt' aan de cursor.
  4. Plaats de macro in het schema.

    De functies die bij het plaatsen zijn ontstaan, worden gekoppeld met het planningsobject van waaruit ze werden geplaatst.

Zie ook