In EPLAN wordt onderscheid gemaakt tussen potentialen en signalen. Via de potentialen worden behalve de instellingen voor de verbindingseigenschappen ook de potentiaalinformatie in het project opgenomen.
- Potentialen en signalen kunnen apart worden gedefinieerd.
- Potentialen en signalen kunnen via potentiaaldefinitiepunten of potentiaalaansluitingen worden gedefinieerd.
- Via potentialen en signalen kunnen aan alle verbindingen van dezelfde potentiaal dezelfde eigenschappen worden toegewezen.
- Via verbindingsdefinitiepunten kunnen de eigenschappen van individuele verbindingen die door de potentiaal zijn gedefinieerd, worden overschreven.
- Potentialen, signalen en netten kunnen tijdelijk met een kleur worden gemarkeerd, zodat hun omvang snel kan worden bepaald.
- Verbindingen met verschillende potentiaaltypen kunnen via de instellingen van de toegekende layers met een kleur worden gemarkeerd.
Zie ook
Definitie van potentialen en signalen