Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Afdrukken

In dit dialoogvenster definieert u o.a. het afdrukformaat, de afdrukmarges en de positionering op de pagina.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Groepsvak Afdrukformaat

In dit groepsvak definieert u of de geselecteerde pagina's schaalgetrouw of verschaald moeten worden afgedrukt.

Afdrukken op schaal (1:1):

Als deze optie is gekozen, worden de pagina's afgedrukt met de schaal die via het plotkader is gedefinieerd. Als een pagina te groot is voor het gebruikte blad papier, wordt deze onvolledig afgedrukt. De bereiken die niet op het blad passen, worden dan afgesneden.

Paginaschaal gebruiken:

Als u de optie Afdrukken op schaal (1:1) hebt gekozen, kan dit selectievakje worden gebruikt. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt bij het afdrukken de paginaschaal gebruikt; er kunnen ook meerdere pagina's met verschillende schalen worden afgedrukt zonder dat de instellingen afzonderlijke hoeven te worden gewijzigd.

Horizontale correctiefactor / Verticale correctiefactor:

Als u de optie Afdrukken op schaal (1:1) hebt gekozen, kunt u in deze velden een horizontale of verticale correctiefactor voor het schaalgetrouwe afdrukken definiƫren. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als er bij het afdrukken op schaal bij een bepaalde printer onnauwkeurigheden optreden. Geef hier de gewenste waarde op. De standaardinstelling is "1".

Aanpassen aan pagina:

Als deze optie is gekozen, worden de pagina's zodanig verkleind of vergroot dat het blad papier zo veel mogelijk wordt benut. Daarbij wordt de schaal gebruikt die voor het pagina-uitvoerformaat bij de printer is ingesteld.

Hoogte-breedteverhouding behouden:

Als u de optie Aanpassen aan pagina hebt gekozen, kan dit selectievakje worden gebruikt. Als het selectievakje is ingeschakeld, blijft de verhouding hoogte / breedte van de pagina's behouden en treden er geen vervormingen op. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt de hele pagina afgedrukt; in dat geval kunnen vervormingen optreden.


Groepsvak Afdrukmarges

In dit groepsvak definieert u het bereik dat niet moet worden bedrukt.

Links / Rechts / Boven / Onder:

Hier definieert u voor de paginaranden Links, Rechts, Boven, Onder het bereik dat niet moet worden bedrukt. De eenheden worden overgenomen uit de projectinstellingen en worden hier weergegeven. U kunt de marge opgeven in mm en inch.

Opmerking:

De afdrukmarges die hier worden aangegeven, hebben betrekking op het afdrukbare bereik van de printer! De afstand van het bedrukbare bereik tot de rand van het blad is afhankelijk van de printer; hiermee wordt geen rekening gehouden.

Afdrukpositie:

Hier definieert u hoe de afdruk op het blad moet worden gepositioneerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de aangegeven afdrukmarges. Selecteer de gewenste positie in de vervolgkeuzelijst.


Zwart-wit afdrukken:

Als dit selectievakje is ingeschakeld (dit is de standaardinstelling), worden op een kleurenprinter alle elementen (uitgezonderd afbeeldingsbestanden) in het zwart met een witte achtergrond afgedrukt. Afbeeldingsbestanden worden altijd in de oorspronkelijke kleuren uitgevoerd. Deze worden alleen in grijstinten afgedrukt als de printerdriver van de kleurenprinter op zwart-wit is ingesteld, of als u een zwart-wit-printer gebruikt.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden alle elementen afgedrukt in de kleuren die overeenstemmen met het kleurenschema "Kleur op wit".

Opmerking:

Als het selectievakje Zwart-wit afdrukken is uitgeschakeld en het project op een zwart-wit-printer wordt uitgevoerd, wordt alle kleurinformatie door de printer in grijstinten omgezet. Dit kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld een gele lijn als een licht gestippelde lijn wordt afgedrukt.

Zie ook