De projectcontrole bestaat uit de volgende stappen:
- Referentieproject genereren: u genereert uit het ongewijzigde oorspronkelijke project een afgesloten EPLAN-project (*.elr) als referentieproject. U kunt ook standaard EPLAN-projecten (*.elk) als referentieprojecten gebruiken.
- U zendt uw oorspronkelijke project ter bewerking naar andere projectpartijen en ontvangt dit project met een recentere projectstatus als uitgangsproject terug. U kunt de projectcontrole ook gebruiken om te controleren of uw eigen project aan de opgegeven standaard voldoet.
- Schema voor instellingenvergelijking maken: u bepaalt welke projectspecifieke instellingen van de beide projecten moeten worden vergeleken en u slaat deze in een schema op.
- Schema voor eigenschappenvergelijking maken: u bepaalt welke eigenschappen van de beide projecten moeten worden vergeleken en u slaat deze in een schema op.
- Controleschema voor projectcontrole maken: u bepaalt welke controleprocedures tijdens de projectvergelijking van de projectcontrole moeten worden uitgevoerd u slaat deze in een schema op.
- Project controleren: u controleert of het uitgangsproject aan de opgegeven eisen voldoet.
- Resultaten weergeven: nadat u het project hebt gecontroleerd, worden de resultaten automatisch in het dialoogvenster Projectcontrole: Resultaten en in het meldingenbeheer weergegeven. De resultaten bevinden zich dan in het uitgangsproject. U kunt de resultaten vanuit het meldingenbeheer met kopiƫren & plakken naar een andere toepassing kopiƫren.
Zie ook