Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Projectopties: Principe

Projectopties zijn deelbereiken van een project die naar keuze kunnen worden in- en uitgeschakeld. Op die manier kunnen verschillende variaties van een machine binnen een project worden beheerd en individueel worden samengesteld.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat u na het omschakelen van de verbindingsrelevante opties, de verbindingen met de [Shift]-toets opnieuw genereert (zodat alle verbindingen in acht worden genomen).

In het dialoogvenster Projectopties - <Projectnaam> kunt u de projectopties (via het snelmenu) maken en bewerken. Het pictogram naast de projectoptie geeft aan of deze is geactiveerd. In de boomweergave worden de projectopties in de volgende volgorde weergegeven:

Projectoptiegroepen

De projectoptiegroep wordt gebruikt voor het groeperen van projectopties die alleen alternatief in een project mogen voorkomen. Binnen een projectoptiegroep kan maximaal één projectoptie zijn ingeschakeld; de andere projectopties worden automatisch uitgeschakeld. Er kunnen echter wel meerdere projectopties van verschillende projectoptiegroepen tegelijkertijd zijn ingeschakeld.

Een projectoptiegroep hoeft niet verplicht te worden opgegeven; een projectoptie kan ook zonder projectoptiegroep bestaan. Een opdeling in projectoptiegroepen is echter zinvol als u verschillende projectopties onderling wilt uitsluiten.

Elke projectoptiegroep heeft een naam (eentalig) en een beschrijving (meertalig). De beschrijving is een meertalige tekst en wordt standaard, door een spatie gescheiden en tussen ronde haken, in de boomweergave naast de naam aangegeven.

Bij het verwijderen van een projectoptiegroep blijven de objecten van de ingeschakelde projectoptie in het project behouden. De objecten van de uitgeschakelde projectopties worden uit het project verwijderd.

Projectopties

Een projectoptie bestaat uit een of meerdere secties, ofwel uit schemagedeelten, pagina's, niet-geplaatste functies en verbindingen of objecten in een layoutruimte. Alle secties van een projectoptie kunnen alleen samen worden in- of uitgeschakeld.

Elke projectoptie heeft een naam (eentalig) en een beschrijving (meertalig). De beschrijving is een meertalige tekst en wordt standaard, door een spatie gescheiden en tussen ronde haken, in de boomweergave naast de naam aangegeven.

Bij het verwijderen van een projectoptie blijven de objecten in het project behouden als de projectoptie is ingeschakeld. Als de projectoptie echter is uitgeschakeld, worden de objecten uit het project verwijderd.

Secties

Een sectie bestaat uit een schemagedeelte, een of meerdere pagina's, niet-geplaatste functies en verbindingen of objecten in een layoutruimte. Groeperingen worden ofwel volledig ofwel helemaal niet in een sectie opgenomen. Als er slechts een deel van een groepering is geselecteerd, blijft deze buiten beschouwing.

Elke sectie heeft een naam (eentalig) en een beschrijving (meertalig). De beschrijving is een meertalige tekst en wordt standaard, door een spatie gescheiden en tussen ronde haken, in de boomweergave naast de naam aangegeven.

Bij het verwijderen van een sectie blijven de objecten in het project behouden als de bijbehorende projectoptie is ingeschakeld. Als de projectoptie echter is uitgeschakeld, worden de objecten uit het project verwijderd.

Tijdelijke aanduiding-objecten

Secties kunnen tijdelijke aanduiding-objecten bevatten. De tijdelijke aanduiding-objecten worden in de projectoptie-navigator in dezelfde layer weergegeven als de sectie. Ze zijn echter alleen voor ingeschakelde opties zichtbaar. Onder een ingeschakelde projectoptie worden eerst alle secties weergegeven en vervolgens alle tijdelijke aanduiding-objecten die in deze projectoptie zijn opgenomen. Voor de tijdelijke aanduiding-objecten kunnen via het snelmenu waardensets worden geselecteerd.

In de tijdelijke aanduiding-objecten-navigator worden alle in het project voorkomende tijdelijke aanduiding-objecten weergegeven. U kunt hier de eigenschappen bewerken en waardensets aan de tijdelijke aanduidingen toewijzen.

Gelijknamige tijdelijke aanduiding-objecten worden onder één layer gecombineerd. Als u een dergelijke layer hebt geselecteerd, kunt u aan alle daaronder liggende tijdelijke aanduiding-objecten dezelfde waardenset toewijzen.

Projectopties verbergen

De projectopties kunnen worden in- en uitgeschakeld, waardoor ze al dan niet worden verwerkt. Uitgeschakelde projectopties kunnen transparant worden weergegeven of volledig worden verborgen. Volledige pagina's en niet-geplaatste functies kunnen alleen volledig worden verborgen; ze kunnen niet transparant worden weergegeven.

Bij het in- en uitschakelen van de projectopties blijft de positie en de bestaande nummering van de schemasymbolen altijd gelijk. Deze worden niet gewijzigd. U moet er bij de instelling dus voor zorgen dat de projectopties onderling consistent zijn.

Projectopties kunnen alleen in de grafische editor worden gebruikt en niet in de stamgegevenseditors.

Zoeken in verborgen projectopties

Bij het zoeken naar teksten of eigenschappen worden ook objecten in verborgen projectopties in acht genomen, wanneer deze projectopties transparant zijn weergegeven. Bovendien kunnen ook objecten worden meegenomen die zich in verborgen projectopties bevinden en daardoor onzichtbaar zijn. Daartoe moet in het dialoogvenster Zoeken in het groepsveld Zoeken naar het selectievakje Verborgen projectopties zijn ingeschakeld.

Als de zoekactie succesvol is verlopen, worden de gevonden objecten in het dialoogvenster Zoekresultaten weergegeven (bijvoorbeeld een onderdeel met het gezochte artikelnummer). Wanneer u op deze treffer dubbelklikt, wordt niet het eigenschappendialoogvenster van dit object geopend, maar het dialoogvenster Sectie. In dit dialoogvenster kunt u de naam van de verborgen projectoptie en de naam van de verborgen sectie aflezen. Om het gevonden object te bewerken, gaat u naar de projectopties-navigator en maakt u daar de verborgen projectopties weer zichtbaar.

Zie ook