Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Boorpatroonkast invoegen

Een DXF -/ DWG-tekening kan meerdere boorpatronen bevatten. De grafische elementen van een tekening die bij een boorpatroon moeten horen, kunnen door de gebruiker via boorpatroonkasten worden gedefinieerd. De boorpatroonkast moet worden gezien zoals een macrovak. Om boorpatronen te genereren, moeten de objecten aan bepaalde EPLAN-layers zijn toegekend.

Boorpatroonkasten kunnen alleen in een macroproject worden ingevoegd.

Voorwaarden:

  1. Kies de menuopdrachten Invoegen > Kast / aansluiting / montageplaat > Boorpatroonkast.
  2. Omkader het selectiebereik met de boringen die voor het boorpatroon bedoeld zijn met een rechthoek of een polylijn.

    Alle objecten waarvan de omkaderende rechthoek zich binnen de rechthoekige boorpatroonkast bevindt, horen bij de boorpatroonkast.

    Het nulpunt van het te genereren boorpatroon ligt linksonder.
  3. Tip

    Bij het genereren van het boorpatroon, hebben alle berekeningen van posities en afstanden van de betreffende objecten betrekking op het nulpunt van de boorpatroonkast. De positie van het nulpunt in de boorpatroonkast bepaalt de positie van het nulpunt in het te genereren boorpatroon. Gebruik de snelmenuopdracht Nulpunt verplaatsen om de positie van het nulpunt te wijzigen en zo de gewenste afstanden van de eerste boring en van alle volgende boringen in het boorpatroon in te stellen.

  1. Voer op het tabblad Boorpatroonkast van het eigenschappendialoogvenster de naam van het te genereren boorpatroon en een beschrijving in.
  2. Klik op [...] in het veld Subdirectory voor contour (NC-gegevens) en selecteer de directory waarin de bij het maken van het boorpatroon automatisch gegenereerde *.fc1-bestanden moeten worden opgeslagen.
  3. Klik op [OK].
  4. Wijzig de positie van het nulpunt zo nodig met de snelmenuopdracht Nulpunt verplaatsen.
  5. Ken aan de boorpatroonkast nog meer boringen toe met de snelmenuopdracht Objecten aan de boorpatroonkast toekennen.

Tip:

Boorpatroonkasten kunnen met behulp van het symbool BB2 ook als polylijnen worden getekend. Selecteer daartoe het symbool in het dialoogvenster Symboolselectie en definieer het beginpunt van de kast door met de linkermuisknop in het schema te klikken. Als u alle overige punten hebt gedefinieerd, sluit u de actie af via de snelmenuopdracht Polylijn afsluiten.

Zie ook