Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Instellingen voor de externe bewerking definiëren

Voordat u gegevens voor de externe bewerking kunt exporteren, moet u eerst de betreffende instellingen definiëren:

  1. Open het project waarvoor u de instellingen voor de externe bewerking wilt definiëren.
  2. Kies de menuopdrachten Opties > Instellingen > Gebruiker > Interfaces > Externe bewerking.
  3. In het dialoogvenster Instellingen: Externe bewerking selecteert u een schema in de vervolgkeuzelijst Schema of klikt u op [...] om in een vervolgdialoogvenster de instellingen voor een nieuw gebruikergedefinieerd schema te definiëren.
  4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandstype het gewenste bestandstype dat bij de export moet worden gegenereerd.
  5. Klik op [Opties] om de exportinstellingen voor het geselecteerde bestandstype te definiëren en klik op [OK].
  6. Definieer in het veld Doelbestand het station, de directory en de naam van het doelbestand dat moet worden gegenereerd, of klik op [...] om het station en de directory interactief te selecteren.
  7. Als u in de vervolgkeuzelijst Bestandstype de waarde "Excel-bestand (*.xls, *.xlsx, *.xlsm, *.xlsb)" hebt geselecteerd, kunt u in het veld Sjabloon het bestandspad en de naam van een sjabloonbestand opgeven of deze via [...] selecteren. Deze sjabloon bepaalt dan het formaat van de gegevens bij de export.
  8. Kies het tabblad Gegevens.
  9. Selecteer in de lijst Beschikbare formaatelementen het object dat bij de export moet worden gebruikt. Een meervoudige selectie is hier niet mogelijk.
  10. Verplaats het object met de knop (Naar rechts verplaatsen) naar de lijst Geselecteerde formaatelementen.
  11. Ga voor alle overige formaatelementen die bij de export moeten worden gebruik op dezelfde wijze te werk.
  12. Met de knoppen van de werkbalk kunt u de volgorde van de geselecteerde formaatelementen wijzigen.
  13. Klik op [OK].

Zie ook