Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Verbindingen bundelen

De mogelijkheid om achter elkaar of parallel te routeren draden door het vormen van bundels organisatorisch te combineren en als gelabelde bundels bij de bedrading aan te bieden, bespoedigt het bedradingsproces en rationaliseert de volledige schakelkastproductie.

Er zijn twee methoden voor het bundelen van routeringsverbindingen:

Met de interfaces voor de draadconfectionering kan deze informatie worden verwerkt en doorgegeven aan productiemachines, die vervolgens samengestelde en gelabelde bundels maken.

Verbindingen automatisch bundelen

Voorwaarde:

U hebt een project geopend. U hebt routeringsverbindingen gegenereerd. In de verbindingen-navigator zijn routeringsverbindingen geselecteerd.

  1. Kies de menuopdrachten Projectgegevens > Verbindingen > Bundelen.
  2. Selecteer in het dialoogvenster Routeringsverbindingen bundelen in het veld Instellingen een bundelschema met instellingen voor het bundelen of maak een nieuw schema.
  3. Wanneer u een nieuw schema maakt, klikt u in de tabel onder Bundelschema in de cel met de nieuwe schemanaam op de knop [...].
  4. Definieer in het dialoogvenster Instellingen: Bundelen een schema voor het filteren en de sortering van routeringsverbindingen en een schema voor het genereren van nieuwe bundels bij een gewijzigde eigenschapswaarde.
  5. Klik op [OK].
  6. Voer in het dialoogvenster Routeringsverbindingen bundelen in de velden onder de tabel met de bundelschema's de juiste waarde en instellingen in.
  7. Schakel het selectievakje Toepassen op het gehele project in als u alle verbindingen in het project wilt bundelen.
  8. Schakel het selectievakje Resultaatvoorbeeld in als u de te genereren bundels vooraf wilt controleren en eventueel verbindingen handmatig in andere bundels wilt opnemen.
  9. Start het automatisch bundelen met [OK].

    Het dialoogvenster Verbindingen bundelen: Resultaatvoorbeeld wordt weergegeven.
  10. Klik op [OK].

    De verbindingen worden toegewezen aan de bepaalde bundels. Het bundelnummer wordt in de eigenschap Bundel van elke verbinding ingevoerd.

Zie ook