Als u in EPLAN kabeldefinitielijnen op schemapagina's tekent, wordt automatisch de eigenschap Weergavetype van de kabel aan het paginatype aangepast. Op een enkellijnige schemapagina wordt het weergavetype van de kabel "enkellijnig", op meerlijnige schemapagina's "meerlijnig". Om bij verwerkingen het aantal kabelverbindingen van enkellijnig weergegeven kabels te kunnen uitvoeren, is de kabeleigenschap Aantal gebruikte verbindingen (enkellijnige kabels) beschikbaar.
Afschermingen
In groepsoverzichten of in enkellijnige schema's worden vaak ook afschermingen gebruikt. In EPLAN is het mogelijk om op enkellijnige schemapagina's afschermingen in te tekenen. Maar ze worden dan slechts beschouwd als kabeldefinitie.
Verbindingsdefinitiepunten
Verbindingsdefinitiepunten die samen met een kabeldefinitielijn op een enkellijnige schemapagina worden ingevoegd, maken de verbinding automatisch tot een kabelverbinding. Daarom is de eigenschap Verbinding: Verbondenheid in het dialoogvenster Eigenschappen <...> van het verbindingsdefinitiepunt op de waarde "Kabel" ingesteld.
Bij verbindingsdefinitiepunten (en ook bij functies) kan met de eigenschap Aantal functies het aantal verbindingen worden aangegeven. De ingevoerde waarde wordt samen met het verbindingsdefinitiepunt - meestal als schuine streep weergegeven - in het schema geplaatst. Invoeren als "3+PE" zijn daarbij toegestaan.
Bundels
Om in meerlijnig getekende schema's de weergave van kabels ruimtebesparend en overzichtelijker vorm te geven, is het gebruikelijk om kabels enkellijnig weer te geven. Daarbij worden de kabelverbindingen na de bron, bijvoorbeeld een klemmenstrook, gebundeld en als bundel weergegeven; deze bundel bestaat dan uit slechts één dik getekende verbindingslijn. Vóór het doel wordt de bundel weer ontbonden en worden de kabelverbindingen in enkellijnige vorm verder geleid. Om de overgangen van de meerlijnige naar de enkellijnige weergave van kabelverbindingen (en omgekeerd) te realiseren, worden zogeheten "bundelaansluitingen" gebruikt. De betreffende schema-objecten kunnen via de menuopdrachten Invoegen > Bundelaansluiting worden geselecteerd.
Zie ook