Deze functionaliteit is alleen in bepaalde modulepakketten beschikbaar. Info / Copyright

Dialoogvenster Instellingen: Deelklemmen

In dit dialoogvenster definieert u de standaardinstellingen voor het werken met deelklemmen.

Overzicht van de belangrijkste dialoogvensterelementen:

Functiedefinitie:

In dit veld definieert u de functiedefinitie die standaard aan de deelklemmen wordt toegekend als deze worden ingevoegd. Met [...] opent u het dialoogvenster Functiedefinities waarin u de gewenste functiedefinitie kunt selecteren.

Plaatsen vanaf aantal aansluitingen:

Hier definieert u hoeveel aansluitingen met aansluitcodes de klemmenfunctie minimaal moet hebben, zodat bij het invoegen van apparaten of bij het plaatsen van klemmen vanuit de klemmenstrook-navigator deelklemmen worden geplaatst. Aansluitingen zonder aansluitcodes worden niet meegeteld. Als het aantal aansluitcodes van de te plaatsen klem kleiner is dan de waarde die hier wordt aangegeven, wordt de complete klem geplaatst.

Bij elkaar horende deelklemmen automatisch verbinden:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden deelklemmen van een klemmenfunctie automatisch verbonden, ook als er hiertussen geen verbindingen zijn getekend. Hiertoe worden bij het actualiseren van de verbindingen tussen bij elkaar horende deelklemmen (dezelfde functiedefinitie, dezelfde ODC, dezelfde klemmencode) interne bruggen gegenereerd. Deze automatisch gegenereerde interne bruggen worden bij de laatste aansluiting van de klemmenfunctie geplaatst. Voor het genereren van de interne bruggen is de volgorde van de deelklemmen in de klemmenstrook-navigator bepalend.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden bij elkaar horende deelklemmen niet automatisch verbonden. Via een controleprocedure worden deelklemmen die bij elkaar horen maar niet met elkaar zijn verbonden, opgespoord en gemeld.

Opmerking:

Het selectievakje Bij elkaar horende deelklemmen automatisch verbinden dient standaard ingeschakeld te zijn, zodat de potentiaaloverdracht binnen de klem gewaarborgd is.

Brugoptimalisatie:

Als dit selectievakje is ingeschakeld, worden de grafisch getekende verbindingen niet gebruikt voor het vormen van bruggen. Uit de grafische verbindingen kan alleen worden afgeleid welke deelklemmen onderling verbonden zijn, maar niet tussen welke afzonderlijke klemmen er bruggen bestaan. Bij de brugoptimalisatie worden in plaats van draadbruggen zo veel mogelijk vaste bruggen tussen de klemmen gegenereerd. Ook de interne bruggen worden opnieuw gegenereerd.

De vaste bruggen die bij de brugoptimalisatie ontstaan, worden bij de eerste deelklem (met de kleinste aansluitcode) van de laatste tot aan de voorlaatste aansluiting van de klem geplaatst. Het aansluittype dat voor de laatste klemmenaansluiting is ingesteld, bepaalt welk type brug / verbinding ontstaat. Normaal gesproken dient de laatste aansluiting het aansluittype "Vaste brug" te hebben.

Als het selectievakje is uitgeschakeld, worden de grafisch getekende verbindingen gebruikt voor het vormen van bruggen. Uit alle verbindingen die tussen deelklemmen lopen, worden de betreffende interne bruggen, vaste bruggen of draadbruggen bij het actualiseren van verbindingen gegenereerd. In dat geval dient u er zelf voor te zorgen dat de benodigde verbindingen in het schema zijn getekend.

Opmerking:

Netgebaseerde verbindingen kunnen niet samen met de brugoptimalisatie van deelklemmen worden gebruikt. Deze beide functies genereren verschillende verbindingen die niet onderling compatibel zijn.

Zie ook